Op een eiland hier niet ver vandaan, slechts gescheiden door een flinke plas, woont in een enorm gebouw dat paleis wordt genoemd een oude dame die zich koningin noemt. Heel lang geleden, in dit geval wel duizend jaar, is die titel door mensen bedacht. Koningen maakten zich in die tijd schuldig aan plunderingen, moord en doodslag en veroverden andere gebieden waar ze niks te zoeken hadden. Ze dosten zich uit in merkwaardige kleding, zaten op een stoel die troon wordt genoemd en droegen soms een stuk gouden metaal op het hoofd, een kroon. De mensen in het land werden onderdanen genoemd.
De oude dame aan de overkant van de plas heeft een man die zichzelf prins noemt. Samen hebben ze kinderen, klein- en achterkleinkinderen die zogenaamde adellijke titels dragen, ook door mensen verzonnen en bedoeld om onderscheid te maken met de onderdanen. Wij en zij. Ze wonen in enorme landhuizen en kastelen, die nakomelingen, en laten zich af en toe rondrijden in een open koets om te laten zien dat ze nog in leven zijn. Langs de kant van de weg staan de onderdanen te roepen en met vlaggetjes te zwaaien. De inhoud van de koets (soms een auto) wuift en knikt.
De oude dame houdt er niet van als haar rust verstoord wordt, als gewone onderdanen haar paleis binnendringen omdat een van haar kinderen, klein- of achterkleinkinderen verliefd wordt op zo’n onderdaan van gewone komaf en ja, niets is te maf, er zelfs mee in het huwelijk treedt. Voorheen werden vijanden van de oude dame gemarteld en gevierendeeld in de Tower Bridge, maar dat is te openbaar. Nu vinden die praktijken volgens de slachtoffers in het paleis zelf plaats.
In een land hier ver vandaan, waar ene Donald 4 jaar lang de baas was, woont een kleinzoon van de oude dame. De man wordt prins genoemd, een verzinsel van mensen. Hij is getrouwd met een filmster uit dat land en samen hebben ze een kindje, een jongetje. En de filmster en haar prins zijn in verwachting van een meisje. Deze prins heeft met zijn familie gebroken, wil geen verplichtingen zoals het rijden in een koets en zwaaien naar de onderdanen. Hij verliet het land aan de andere kant van de plas en trok naar het verdere land.
In dat verdere land van voorheen ene Donald leeft een vrouw met een grote bril die met mensen praat, ze noemt dat interviewen. Die verhalen worden op tv uitgezonden. Die gesprekken leveren haar veel geld op, ze is steenrijk. Onlangs sprak ze met de filmster over haar leven met de oude dame. Nou, dat viel niet mee, vertelde ze aan de vrouw met de grote bril. Ze kwam binnen de paleismuren in psychische nood te verkeren en ze kon met haar klachten bij niemand terecht en dacht erover zich van het leven te beroven tot ze de prins, de kleinzoon van de oude dame, in vertrouwen nam.
De filmster vertelde ook aan de vrouw met de grote bril, die gretig naar haar luisterde, dat in het paleis over een titel van haar toen nog ongeboren zoontje werd gediscussieerd. Zou dat ook een prinsje worden? En wat voor huidskleur zou het kindje hebben, de filmster heeft een ietwat donker getinte huid, vertelde de filmster over de gesprekken in het paleis. De vrouw met de grote bril, die zelf een donkere huidskleur heeft, reageerde diepgaand. Huidskleur! Discussie, de filmster bevestigde het nogmaals.
Nou wil het geval dat de oude dame, ook de vorstin- een andere titel voor koningin en door mensen verzonnen, in titel nog de baas is van landen hier heel erg ver vandaan waar vrijwel alleen maar gekleurde mensen wonen.
En de filmster vertelde maar door bij de vrouw met de grote bril, en haalde de wereldpers. Zij noemde geen man en paard, geen bronnen. Het kon wel een arme tak van de familie van de oude dame zijn, een gesjeesde baron of hertog, de titel is ook door mensen bedacht, wonend in een rijtjeshuis, die de kleur of de titel van de boreling ter sprake bracht.
Ik ben niet gek op die zogeheten koningshuizen, op z’n zachts gezegd, maar bekeek in Het Journaal toch fragmenten van dat interview tussen filmster en de vrouw met de grote bril. Je moet als journalist toch op de hoogte blijven, nietwaar. En ineens was er dat stemmetje in mij dat de beelden ging ondertitelen: niet geloven, niet waar, verzonnen, aandachttrekkerij, allemachtig. Ik kon het stemmetje niet tot zwijgen brengen. Ik heb dat wel vaker maar het zegt niets over de geloofwaardigheid van een persoon. Het is mijn eigen twijfel.
De oude dame heeft inmiddels een diepgaand onderzoek aangekondigd naar het gedrag van de filmster die binnen het paleis twee leden van de hofhouding, de verzorgers van de oude dame, zou hebben weggetreiterd.
En de media op het eiland net over de plas vinden dat er een bom ligt onder het bestaan van de oude dame en haar familie. Dat de vuile was is buiten gehangen.
Dat ga ik nu ook doen, ik ben ooit gekwetst. Mijn schoonvader, een gemoedelijk mens, doctor in de letteren en de filosofie, leefde in de provincie, ik in een grote stad. Op een dag hadden wij een discussie over cultuur, een beetje heftig ook. We waren het niet met elkaar eens, en hij noemde mij waarschijnlijk in een opwelling een cultuurbarbaar uit het Wilde Westen, de randstad, waar de grote stad in lag. Ik heb dit decennia voor me gehouden, maar kon geen cultureel evenement meer bezoeken zonder in shock te raken, raakte in een isolement, maar na het gesprek tussen de filmster en de vrouw met de grote bril, hang ik de was buiten. Ik ruik de emotionele vrijheid.
Sorry, Toon. Ik hield en hou van je, maar dit vlekje moet toch even weggewerkt worden.
Moedig voorwaarts!
ron edelenbosch zegt
leuk precies zoals het is
Piet Nusteleijn zegt
Joop, je had het hele interview moeten bekijken. Mijn vrouw en ik hadden op grond van de voorflitsen ook een grote vooringenomenheid. We wilden niet meer kijken. Wel gedaan.
Het Ís een bom. Een noodzakelijke.
Gaandeweg werden we gegrepen door het feit dat er een enorme waan, koningshuis, in stand gehouden moet worden. “They are trapped”. We moeten er gewoon mee stoppen met die gekkigheid.
Joop Ha Hoek zegt
Het gaat niet om vooringenomenheid maar om wat waar is.