Lichamelijk is Meester Tja een beetje een schlemiel. Geen toonbeeld van bovenmenselijke kracht en viriliteit à la Michelangelo maar een toonbeeld van kwetsbaarheid en innerlijke kleinheid zoals wijzelf, al komen we daar niet graag voor uit.
Niets aan Meester Tja is echt uitgesproken. Hij is van alles wat, nu eens dit, dan weer dat, je weet maar nooit.
Zo is zijn geslacht onbepaald, een beetje mannelijk, een beetje vrouwelijk, hermafrodiet, aseksueel misschien, vlees noch vis, poep noch pis – nietszeggend.
Niets zeggen is des Meesters metier en dit is één manier om dat uit te beelden, al bevindt het spraakorgaan waarvoor het geslachtsorgaan als pars pro toto fungeert zich wat hoger in het lichaam, in de keel en in het brein om precies te zijn, waar het zich onophoudelijk roert en niet slechts bij vlagen.