‘Wat is niet-weten?’
‘Een ziekte.’
‘Wat voor ziekte?’
‘Een genezende ziekte.’
‘Waarvan geneest de ziekte van niet-weten?’
‘Van complexiteit.’
‘Wat komt ervoor in de plaats?’
‘Perplexiteit.’
‘Geen eenvoud?’
‘Dat is een andere ziekte.’
‘Hoe heet die andere ziekte?’
‘Herpes simplex.’
‘En de ziekte van complexiteit?’
‘Herpes complex natuurlijk.’
‘En de ziekte die geneest van zowel complexiteit als simpliciteit?’
‘Herpes perplex dus.’
‘Mij te moeilijk allemaal.’
‘Noem het dan maar niet-weten.’
‘Dat kan ik nog wel onthouden.’
‘Ik zou het maar vergeten.’
(Herpes is Grieks voor voortwoekerende wond, herpes simplex is medisch jargon voor een koortslip, herpes complex is pseudojargon voor een koortskop.)