- De Utrechtse strafrechtadvocaat Piet Doedens had opgezette apen in zijn kantoor. In mijn herinnering was het er als ik er kwam als misdaadverslaggever altijd een beetje schemerig en dan lijken opgezette apen meer kwaadaardig. Dat was Piet Doedens niet,- in die tijd een bekend strafpleiter, die per trein en taxi naar rechtszalen reisde. Hij sprak mij aan als Heer Hoek. Tijdens een strafzaak in Middelburg tegen een man die een jong meisje onzedelijk had betast en haar bij de borsten had gegrepen, zei Piet in zijn verweer: ‘Edelachtbare, een meisje van negen heeft nog geen borsten.’ De dader werd toch veroordeeld.
- Een Rotterdamse strafpleiter, mr. Szegedi, had in zijn kantoor in Rotterdam een bassin voor grote vissen, ik meen karpers aan laten leggen. Als je met hem in gesprek was wierp hij vanachter zijn bureau grote stukken brood in het bassin waarin het dan erg rumoerig werd.
- Ik ben vrijwel nooit in (het gedrag van) mensen teleurgesteld. Dat komt door mijn intuïtie. Binnen een paar seconden heb ik door wat voor vlees ik in de kuip heb en laat dan komen wat komt. Hoe die intuïtie werkt weet ik niet, ik zie de mens, de houding, de kleding, de lichaamstaal en de entourage. Ik heb dat ook wel met sommige boeddhistische leraren of politici. Het gaat er niet om wat ze zeggen maar hoe ze het zeggen. Loze kletspraat. Vrouwen zijn beweeglijker dan mannen in die expressie. Ze werken veel meer met de armen om het gezegde kracht bij te zetten. Ze lijken wel van rubber.
- Als Rotterdammer spreek ik ABN, ik ken wel alle Rotterdamse vloeken met dieren en ziektes erin: vinkentering, maar gebruik die normaliter niet. Vorige week had ik een paar dagen dat ik tegen mensen op tv zat te schelden. Of als er mailtjes binnen kwamen ik riep: Nee, ik wil dit niet lezen of horen, idioot. Ik wond me zelfs op. Mensen die dialect spreken en Vlaams versta en begrijp ik ook niet. Ik zie hun lippen bewegen maar wat ze zeggen dringt niet tot me door. Ik ben dan zo druk bezig met niet-begrijpen dat ik geen tijd heb om te ontcijferen, vermoed ik. Dialect is de taal van het hart, ik ben harteloos.
- Toen ik een klein jongetje was rende ik altijd hard door de straat bij mij in de buurt waarin een rooms-katholiek nonnenklooster gevestigd was. Voor de deur van het klooster zat ook nog een traliehek. Ik was bang naar binnen te worden gesleurd. Tante Cor was de enige katholiek in onze familie. Ze kwam uit Brabant. En was aardig.
- Mijn zus vertelde hoe ze in de oorlogsjaren van veertig met mijn vader fietste toen een tankwagen met melk werd beschoten. Ze doken een greppel in en zagen hoe de melk uit de tank gutste. De chauffeur van de wagen rende met een doorzeefde melkbus op mijn zus af en zei: ‘Hier, melk, drink snel op.’
- Zelf drink ik geen melk meer, boeren behandelen de dieren als producenten, terwijl ze dat van nature helemaal niet zijn. De melk is bestemd voor het kalf dat bijna altijd na de geboorte bij de moeder wordt weggehaald. Door elke keer en dagelijks de uiers te legen houden de boeren de productie kunstmatig op gang. Bah. De dieren worden uitgebuit.
- Mijn vader fietste vroeger tijdens vakanties op de fiets naar de Veluwe, Apeldoorn, Beekbergen en zo. Op een gewone fiets. In weer en wind. Elektrische fietsen bestonden toen nog niet. Nu zijn er in Nederland al bijna 800.000 voortgedreven door een motor op een accu gemaakt van kostbare en eindigende grondstoffen die ook opgeladen worden met kostbare stroom. Fietsen is helemaal niet groen meer, elektrische fietsers zijn vervuilers, uitbuiters van de aarde. Bah.
- De herfst bestaat niet meer, noch winter, lente en zomer. Dat komt door de opwarming van de aarde. Het weer en de getijden zijn door elkaar gehusseld. Of er nog kerstbomen zijn dit jaar is onzeker. In ieder geval kan vroeg en bijtijds bestellen geen kwaad.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.