Wijsbegeerte is het construeren van onderscheidingen, met name de allerhoogste.
Dwijsbegeerte is het deconstrueren van onderscheidingen, met name de allerhoogste.
Onderscheidingen zoals:
ik – gij
echt – vals
weg – doel
leven – dood
hoger – lager
vorm – leegte
hemel – aarde
reëel – illusoir
subject – object
geest – lichaam
heilig – profaan
lijden – vreugde
teken – betekende
absoluut – relatief
waarheid – leugen
eenheid – veelheid
weten – niet-weten
macht – overmacht
verdienste – genade
verlicht – onverlicht
geboren – ongeboren
wijsheid – dwaasheid
gegrond – grondeloos
bestaand – onbestaand
spontaan – berekenend
dualiteit – non-dualiteit
vrijheid – gebondenheid
in de tijd – buiten de tijd
het eendere – het andere
afgescheiden – verbonden
immanent – transcendent
constructie – deconstructie
buitenwereld – binnenwereld
vergankelijk – onvergankelijk
en niet te vergeten:
wijsbegeerte – dwijsbegeerte.
Al die onderscheidingen, ai ai.
Zelfs de meest concrete zijn twijfelachtig.
Wie weet waar zijn arm ophoudt en zijn romp begint?
Als de rugleuning maar klein genoeg wordt, heet een stoel ineens een kruk, als je er een plant op zet een bijzettafel.
Zijn er werkelijk waar uitverkorenen en verdoemden, priesters en leken, boeddha’s en bodhisattva’s, goeden en slechten, hemelen en hellen, verlichten en verduisterden – bovenmensen en ondermensen?
Welke hokjes bevinden zich in de geest, welke in de werkelijkheid – of zijn geest en werkelijkheid ook maar hokjes?
Neem wat afstand en zie vermeende onderdelen samenvloeien tot grotere gehelen.
Kom wat dichterbij en zie vermeende eenheden uiteenvallen in onderdelen.
Hoe zit het nou echt?
Zit het wel echt?
Gooi maar in mijn pet, zet hem op je kop en hou je klep.
Toen ik het Meester Ziemaar vroeg, zei hij:
“Hoe langer je kijkt, hoe vreemder het blijkt.”
En:
“Hoe meer je meet, hoe minder je weet.”
En:
“Met je hoofd vol hokken schiet je enkel bokken.”
Waarop hij onbedaarlijk in de lach schoot.
Hij wel.