Een meester maakt een ommetje met een leerling.
In de sloot staat een reiger visjes te vangen.
‘Hup reiger!’ roept de leerling.
Er schiet een zilveren ruggetje voorbij.
‘Visje, pas op!’ roept de leerling.
‘Zeg, voor wie ben je nou eigenlijk?’ vraagt de meester.
De leerling zegt: ‘Ik… eh… dat is te zeggen… tjee.’
‘Gevangen’, zegt de meester.