De redactie van het Boeddhistisch Dagblad is geïnteresseerd in de ervaringen van mensen die het boeddhistisch pad volgen. De leer bestuderen en praktiseren. Al of niet op een kussen of in een sangha of in je eentje. Ben je zo’n iemand en wil je je ervaringen delen- hoe je het boeddhisme hebt ontdekt, wat het je opbracht en niet, je teleurstellingen en hoop, je verwachting, welke richting je volgt en waarom, of als je het boeddhisme weer hebt verlaten- stuur ons jouw ervaringen in een niet zo’n heel lange tekst toe om in de serie Boeddhistische doeners en denkers gepubliceerd te worden.
‘Negen jaar geleden viel er bij mij een brief in de bus met daarin: “Beste Chris, ik heb van mijn leraar toestemming om een basiscursus Vipassāna meditatie te gaan geven”. “Weet jij misschien iemand die daar belangstelling voor heeft?”
De brief kwam van iemand die ik ongeveer zestien jaar daarvoor het laatst had ontmoet en viel meteen op zijn plaats. Ik was op dat moment herstellende van een burn out. Diverse gebeurtenissen in mijn leven noopten tot “stil staan” of “omvallen”. Na meer dan dertig jaar hardlopen, zowel fysiek als mentaal was er de noodzaak om te gaan “zitten” en aanschouwen. Dit was mijn eerste werkelijke kennismaking met meditatie en de boeddhistische filosofie. Sindsdien is het boeddhistisch pad onderdeel van mijn dagelijks leven. Formele meditatie is, net als eten, drinken en slapen, onderdeel van het dagritme. Formele beoefening is voor mij noodzaak om met aandacht te leven.
In “mijn” geest is een sterke neiging tot terugtrekken, afzonderen, wat opkomt bij gevoelens van angst en onveiligheid. In het verleden vielen mijn ogen spontaan dicht bij een vervelende situatie, of kroop ik in een “veilige” cocon. Dit terugtrekken bracht een kortstondig gevoel van veiligheid, geborgenheid, echter verdween binnen afzienbare tijd als sneeuw voor de zon. Stress, rusteloosheid, verlangen, boosheid en twijfel namen de opengevallen plaats in, welke ik o.a. “bestreed” door te gaan hardlopen zodat de zinnen verzet werden en het lichaam ervaren. Na meer dan dertig jaar ontstond de ruimte om met deze hindernissen te zijn. De eerdergenoemde brief was de uitnodiging.
Inmiddels ben ik partner, vader en opa, vriend enz.. Door dagelijks te oefenen, trainen (om in mijn oude hardlooptaal te spreken) kan ik hetgeen op mijn pad komt aanschouwen (mooi woord). Ik kan er mee zijn en zien wat het teweeg brengt in mijn lichaam en geest. Ik zie hoe veranderende condities de gesteldheid van lichaam en geest beïnvloeden. Ik heb leren zien hoe de geconditioneerde geest reageert op onrust, onvoorspelbaarheid in relaties. Hoe de geest neigt naar identificatie: “Het komt door jou dat ik me zo voel!” Hoe de geest kan rusten in liefdevolle vriendelijkheid, compassie en medevreugde.
Er is geen twijfel over het pad dat gegaan wordt.’