In de misbruikzaken binnen het boeddhisme valt mij op dat de periodes waarbinnen die plaatsvinden lang zijn. Slachtoffers zijn blijkbaar niet in staat om na een eerste geval van misbruik de leraar en/of de boeddhistische organisatie te verlaten. Er een eind aan te maken. De Nederlandse Cecile maakte deze week bekend dat zij in een periode van vijf, zes jaar drie keer seksueel misbruikt is door haar leraar, geslagen en vernederd. In andere gevallen ging het soms om tientallen jaren.
Slachtoffers die ik zelf sprak maakten ook melding van een lange periode van seksueel misbruik, voordat ze de stap waagden om te breken met de dader. Naast het feitelijke misbruik is er de schaamte dat ze niet in staat bleken om direct- na de eerste keer, een eind te maken aan dit gedrag door op te stappen en de misdragingen openbaar te maken. Ook aan partners, familie, vrienden, de mede-slachtoffers. Statistisch gezien moeten er nog vele slachtoffers meer zijn die nu nog zwijgen en de schaamte nog niet voorbij zijn. Het lijkt mij een hel. Ook waarin de overlevenden verkeren.
In rapporten over seksueel wangedrag binnen het boeddhisme wordt melding gemaakt van zelfmoorden of pogingen daartoe van slachtoffers. Ik ken geen gevallen van boeddhistische leraren die seksueel wangedrag pleegden en een eind aan hun leven maakten. Als hun wandaden bekend worden trekken ze zich terug en gaan in langdurige retraite. En zeggen het zo niet bedoeld te hebben.
Moedig voorwaarts!