Toen computers in ons leven kwamen, viel me op hoeveel mensen dachten dat hun computer alles zou oplossen. Het zou hun kennis vergroten, hun budget op orde krijgen, hun leven plannen. Ik dacht: het is maar een machine, ze is zeer nuttig om informatie mee te verwerken, maar er komt toch enkel uit wat je erin stopt? Toen kwam de internetrevolutie en nu, dertig jaar later verdrinken we in feitenkennis.
Kennis verzamelen kan snel en in grote hoeveelheden. Dat geeft een zeker gevoel van macht over de realiteit. Maar feiten opstapelen geeft geen inzicht in de realiteit. We blijven in kringetjes draaien, het is enkel meer van hetzelfde. Het gangbare denken is rechtlijnig, het werkt volgens regels en binnen een kikvorsperspectief. Het biedt geen antwoord op zingevingsvragen. De ‘realiteit’ en dus ook de zin van wat we meemaken zijn een proces: alles verandert voortdurend in de tijd. Met formeel denken over losse feiten ‘bevriezen’ we die feiten. Ervaring van ‘wat is’ wordt vervangen door concepten van ‘wat zou moeten zijn.’
Een reden waarom oosterse denkwijzen zo populair worden is dat we onze eigen mystieke traditie verloren hebben. Onze mystieke kennis is voortdurend onderdrukt door wereldse en religieuze leiders, omdat de persoonlijke spirituele ervaringen ontsnapten aan het centrale gezag en zijn dogma’s. Westerse en oosterse denkwijzen hebben gemeen dat ze zich naar binnen keren om de realiteit beter en zonder dogma’s onder ogen te zien. In rust en stilte wordt helder wat werkelijk is en wat inbeelding. Een boeddhistische meditatieoefening is jezelf bijvoorbeeld de vraag stellen: waar komen gedachten vandaan en waar gaan ze heen? Als je jezelf goed observeert, merk je dat gedachten voortdurend en automatisch van nergens opkomen en naar nergens verdwijnen. Ze zijn vluchtig en zelden relevant, ze lijken op de constant veranderende vormen van wolken of van watergolven. Die observaties brengen ons dichter bij de essentie: het ware wordt verhuld door de ’tienduizend dingen’ die we waarnemen. Het ware is vormeloos, leeg. Of als we het beschouwen vanuit de tijdsdimensie: het eeuwige wordt verhuld door het tijdelijke.
Uitgaan van de eigen ervaring kan te subjectief lijken. Maar als honderdduizenden beoefenaars van oosterse meditatie of westerse contemplatie tot gelijkaardige bevindingen komen, krijg je een ander soort wetenschap. Deze benadering wordt ook wel het eerste persoonsperspectief genoemd. Het bewustzijn van onszelf is een unieke ervaring omdat elke mens uniek is en omdat onze fysiologische en mentale processen grotendeels onbewust verlopen. We kunnen ons er pas bewust van worden door aandachtig naar binnen te kijken.
We benaderen de werkelijkheid onjuist als we ons beperken tot rationele kennis en de rest van ons bewustzijn negeren. We benaderen de werkelijkheid en ons handelen pas juist als we eerst feiten en ervaringen verzamelen en deze laten bezinken. Daarna kunnen we de onbewuste signalen oppikken die naar een keuze leiden. Dan kunnen we deze signalen bewust interpreteren zodat we te grote emotionele beïnvloeding vermijden. Want voor ons westerlingen is het vaak een paradox dat teveel rationaliteit juist leidt tot teveel emotionaliteit. Te rationeel zijn duwt immers emoties ondergronds, waar ze buiten ons bewustzijn gaan woekeren, zich opstapelen en zich tenslotte ontladen.
Evenwichtigheid en wijsheid komen pas tot uiting als we de tijd durven nemen om alles wat in ons leeft te observeren, vanuit rust en stilte. Dat is de gerichte inspanning van het mediteren. Maar er zit in ons ook een spontane levenswijsheid. We zijn het gelukkigst als we kunnen rondlummelen, zonder teveel nadenken. Wanneer onze ene activiteit in een volgende kan overvloeien, ervaren we een stroom, een ‘flow.’ Die komt eerder vanuit ons lichaam dan vanuit ons hoofd en brengt in zijn kielzog overvloed en creativiteit mee. Door te mediteren en door te vertrouwen op onze natuurlijke wijsheid komen we in contact met onze subtiele energieën. Die zijn de kern van spirituele ervaringen.
Voor ons westerlingen is het vaak een paradox dat we door onze blik naar binnen te richten, na een tijdje uitkomen bij de realiteit buiten ons. We zien binnen en buiten als een dualiteit. Terwijl onze manier van denken uiteraard ook onze maatschappelijke omgang met mekaar bepaalt. Het gangbare westerse denken is lineair; als ‘dit’ gebeurt, is ‘dat’ het resultaat. Daardoor is er vaak geen aandacht voor de ‘zijdelingse’ effecten van wat we denken en doen. Pas als we circulair denken zien we het hele plaatje van hoe we mekaar onderling beïnvloeden. En hoe afhankelijk we zijn van mekaar. We zien hoe we deze hele planeet beïnvloeden en
hoe afhankelijk we zijn van haar. Die vaststelling vindt ons hoogmoedige denken niet prettig. Terwijl die vaststelling precies de voedingsbodem is voor onze wijsheid. Onze afhankelijkheid erkennen is zowel een diep inzicht als een uiting van mededogen. Inzicht in en mededogen met zowel onszelf als anderen.
We maken het begin mee van een digitale revolutie, een omwenteling van hetzelfde formaat als de industriële revolutie. Maar wat blijft, is het feit dat we wijsheid niet zoals feitenkennis snel en in grote hoeveelheden kunnen verzamelen. Inzicht in en mededogen voorkomen dat we een gevoel van macht over de realiteit en over anderen hebben. Dat is precies wat deze wereld nu dringend nodig heeft: dat we leren genieten van onze toenemende kennis want die helpt ons ziekten, onrecht en bijgeloof te overwinnen. Zonder in de val te trappen van het ego dat zich door veel feitenkennis almachtig gaat voelen. Het voelt eenzaam en zinloos daarboven, in het betweterige hoofd.
Siebe zegt
“Pas als we circulair denken zien we het hele plaatje van hoe we mekaar onderling beïnvloeden. En hoe afhankelijk we zijn van mekaar. We zien hoe we deze hele planeet beïnvloeden en hoe afhankelijk we zijn van haar. Die vaststelling vindt ons hoogmoedige denken niet prettig. Terwijl die vaststelling precies de voedingsbodem is voor onze wijsheid. Onze afhankelijkheid erkennen is zowel een diep inzicht als een uiting van mededogen”.
Ik denk dat het waar is, maar ik denk ook dat boeddhisme niet compleet is zonder het onafhankelijke, het niet beinvloede en niet beinvloedbare, het ongeconditioneerde, het stabiele, dat wat niks te maken heeft met voorwaardelijk ontstaan. Het lijkt me toch dat de Boeddha vooral dat ook onder onze aandacht wil brengen.
groet