Stilte. Puf. Slurp. Puf. Slurp. Stilte. ‘Nog een bakje? vroeg Spoelstra. Ik bedwong mijn neiging om ‘Neee!!’ te brullen, maar huichelde: ‘Nou, graag, de koffie hier is in elk geval alvast lekker.’ Mijn opmerking gleed af als een stukje kokosvet van de rand van een hete koekenpan en smolt even hard weg. Intussen vertelde ik mezelf dat als ik déze zwijgsessie doorkwam, ik beslist het ergste had gehad.