Het eenentwintigste hoofdstuk van de Lotus-soetra is volgens kenners heel belangrijk omdat het twee hoofdbestanddelen van de soetra bij elkaar brengt: de Wet van de verschijning en de Wet van de oorsprong. De eerste heeft te maken met de mens Shakyamuni, de ander met de Eeuwige Boeddha. En ik denk dan: dat hadden we toch al gehad? Maar ok, beter dubbel dan helemaal niet: Shakyamuni boeddha is de in een menselijk lichaam verschenen Eeuwige boeddha. De eerste gaat dood, net zoals jij en ik, de ander gaat nooit dood, want die was, is en zal altijd zijn, onveranderlijk in een oneindige variatie van manifestaties waar Shakyamuni er slechts één van is.