Ik wil de heuvels in, maar T. vindt dat niet OK. Beren, slangen, wilde varkens. Ze bedoelt dat ze schrik heeft van de kami, de geesten die daar huizen. Ik ga toch. Stuit op een open plek in het bos met een shintoschrijntje, opgedragen aan de plaatselijke bosgeest. Een duistere plek.