De Dalai Lama, de spirituele leider van het Tibetaanse boeddhisme, benadrukt dat zijn opvolger geboren zal worden in de ‘vrije wereld’, waarmee hij verwees naar gebieden buiten China. Peking houdt daarentegen vol dat het proces om zijn opvolger te kiezen zich moet houden aan de Chinese wet, waarmee het zijn controle over het Tibetaans boeddhisme bevestigt en elke opvolging buiten zijn gezag afwijst.