‘Als je ophoudt met constant over jezelf na te denken, komt er een zekere rust over je. Bij mij gebeurde dat onopvallend; ik kon het niet geloven. Eerst kon ik er geen vinger achter krijgen, en dacht dat er iets mis met me was. Het is net een slok koud water als je uitgedroogd bent van de dorst. Iedere papil van je tong, iedere cel van je lichaam zegt: ‘dank je.’