Śāntideva was een Indiase boeddhistische monnik en geleerde, die leefde in India, in de 8e eeuw. Waarschijnlijk werd hij geboren in Gujarat. Hij was volgens legendes docent aan de bekende boeddhistische universiteit van Nalanda en wordt ook genoemd in het rijtje van de 84 mahāsiddha’s. Er zijn korte biografieën, die allemaal veel te mooi zijn om waar te zijn, maar uit de tekst blijkt dat hij zijn kennis van het boeddhisme goed op orde had en er veel waarde aan hechtte om deze door te geven.
Ria Kloppenborg
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme – deel 2
Na zijn ontwaken trok de Boeddha naar Benares(Varanasi), het toenmalige religieuze en intellectuele centrum van het gebied, waar hij vijf vroegere ascetische metgezellen trof. Zij werden de eerste monniken. Terwijl hij nog steeds in de buurt van Benares verbleef, trad ook Yasa, een zoon van een rijke koopman toe tot de Orde van bedelmonniken (bhikkhu-sangha). De familieleden van Yasa werden lekenvolgelingen. Daarmee was de basis gelegd voor de nieuwe spirituele gemeenschap of sangha. Die bestond uit lekenvolgelingen en een Orde van bedelmonniken (en later ook nonnen) die zowel ervaren asceten als stedelijke jongeren uit de hogere klassen aantrok.


