In Waking the Tiger beschrijft Peter Levine geen innerlijke tijger die moet worden bedwongen, maar een lichamelijke kracht die opnieuw in beweging mag komen. In therapieruimtes blijkt dat proces vrijwel nooit spectaculair te beginnen. Het zijn vaak minieme veranderingen: iemand die merkbaar dieper uitademt, een spier die ontspant, een moment waarop de aandacht weer bij het hier en nu is. Levine ziet daarin een patroon. Heling begint wanneer het lichaam toestemming krijgt om een beweging te hervatten die ooit abrupt werd onderbroken.

