Overleven was een morele en fysieke aangelegenheid, schrijft Snyder. De goeden stierven het eerst. ‘In 1933 was Oekraïne vol wezen en soms namen mensen ze in huis. Echter, zonder voedsel was er weinig dat zelfs de vriendelijkste vreemdeling kon doen voor zulke kinderen. De jongetjes en meisjes lagen verspreid op lakens en dekens en aten hun eigen ontlasting, wachtend op de dood.’