In de zentraditie wakkert bodhichitta de eigen kracht (jiriki)) aan. Door onze eigen inspanningen openen we ons in de meditatie. Door steeds weer de stilte in te gaan op het kussen, te luisteren naar wat gezegd wil worden, wat onze innerlijke stem of innerlijk geweten ons wil zeggen, openen we ons vanzelf voor de werking van ander kracht (tariki). Zazen, alleen maar zitten zonder iets, opgaan in het zitten, degene die zit verdwijnt. Alleen nog pure aandacht; de geest wordt één grote open ruimte, het is de zuivere toestand van de geest die zich aan niets hecht. Door een open en ontvankelijke houding, maken we de zijnsgrond van ons en daarmee het bestaan van alle levende wezens als het ware vruchtbaar voor de (in)werking van ander kracht.