De bloesemtak met bloesem die vrucht draagt, afsterft en in de volgende lente weer opnieuw bloesem draagt, als metafoor voor ons eigen leven met haar wisselende perioden van voorspoed en tegenslag, angst en gemoedsrust, woede en vrede in het hart, waarin innerlijke groei ons als genade kan toevallen. Breek je een kersenboom open dan vind je geen bloemen, maar de zachte lentewind laat duizenden bloesems bloeien.