Waar kennis toe leidt.
de derwisj en de dwaas
71 – Onverdeeld en onverenigd
Wat veronderstel jij allemaal?
Draaien als een derwisj, 17
…
70 – Wie weet wat God wil?
De vraag is niet of je een wil hebt. De vraag is of je er de baas over bent.
69 – Wie weet wat God wil horen?
Denk jij dat God op jouw gebed zit te wachten?
Draaien als een derwisj, 16
…
68. Hoe je klinkt als je jezelf niet meer kunt horen
Spreken voor dovemansoren.
67. Geen manier om niets over te brengen
Omdat het toch niet kan.
66. Filosoofje spelen
Wat voor spelletje speel jij?
65. De soefi en de suffie
Wat een naam zegt.
64 – Mot om een kaars
Zijn we er om onszelf te verlichten of om de omgeving te verlichten?
63 – Een nachtvlinder is geen licht
Toen ik bij zinnen kwam, was Hij verbrandt in mij.
62 – Laat maar fladderen
Als je iedereen laat fladderen begin je vanzelf te zweven.
61 – Vliegen als een derwisj
Is gras al niet compleet onvoorstelbaar?
60. Vallen als een derwisj
Hoogmoed komt vóór de val.
59. Leermeesters hebben niets
Leerlingen hebben leerstellingen.
58. Een van allen, allen in een
Voor de zondigen en boosaardigen.
Draaien als een derwisj, 15
…
57. De derwisj, de duivel en hun advocaat
Toen hij weer eens stond te dansen, merkte een derwisj dat er een duivel in hem zat.
56 – De duider en de dwaas
Tekens aan de wand.
55 – Je weet niet wat je ziet
Als je ziet wat je niet weet.
Draaien als een derwisj, 14
…
54 – Niet-weten is geen gezicht
Zie je water in een kom, dan aanschouw je het mysterie van het water. Zie je jezelf in het water, dan aanschouw je het mysterie van je gelaat.
53 – Blind als een derwisj
Waarom het mysterie niet verborgen hoeft te worden.