Zondagmorgen ging ik al vroeg naar de bakker en zag een jongeman met een zak pistolets uit de bakkerij komen. Hij ging met onzekere stap, zich vasthoudend aan de gevel. Onmiddellijk kwam volgende gedachte bij me op: “Hoe is het toch mogelijk dat een jonge gast zo zijn leven en gezondheid vergooit door heel de nacht op café te zitten zuipen om dan ’s morgens, nog dronken naar de bakker te gaan”. Een gevoel van walging en afkeuring kwam bij me op. Ik had de jonge man al geklasseerd onder de hoofdding ‘losers’. Ondertussen was ik de winkel binnengestapt en hoorde de aanwezige klanten de jonge man prijzen om zijn moed en doorzettingsvermogen en dit omdat hij al zo snel na een hersenbloeding probeerde om zelfstandig te leven. Een gevoel van schaamte overviel mij. Hoe snel was ik niet geweest met (ver)oordelen, zonder niet eens de ware toedracht te kennen. Enkel afgaand op mijn eigen ervaringen, voorkeuren en conditioneringen. Nog steeds, als een ongewone situatie mijn aandacht trekt, probeer ik, met bovengenoemd voorval in het achterhoofd, niet te oordelen.