Wat mij zo bevalt in de boeken van Joko Beck is hun gebrek aan opsmuk. Haar werk is rechttoe rechtaan, eerlijk, oprecht en het klopt m.i. als een zwerende vinger. Die zwerende vinger haal ik erbij, omdat ze, net als de Boeddha, steeds uitgaat van het lijden van ons als mensen. Het beeld van die vinger had ze zelf kunnen gebruiken. Ons lijden is als een zwerende vinger.