De Hojoki is geen historisch werk, hoewel het een ooggetuigenverslag lijkt. Het is een literair geschrift met een boeddhistische inslag. Kamo no Chomei schrijft over de vergankelijkheid der dingen, het lijden dat hiermee gepaard en hoe je je mogelijk kunt bevrijden van dit lijden.
Hojoki – aantekeningen uit mijn kluizenaarshut (I)
Kamo no Chomei leefde van omstreeks 1155-1216. Over zijn leven is weinig bekend en wat we weten is deels oncontroleerbaar. Hij zou de tweede zoon zijn van een belangrijk Shinto-priester in de toenmalige hoofdstad van Japan, Kyoto.
Woordkunst
Met Muso Soseki was het liefde op het eerste gezicht. Zijn heldere en simpele (natuur)beschrijvingen, zijn verwijzingen naar de oorspronkelijke leegheid – die wat mij betreft voelbaar aanwezig is in veel van zijn gedichten – van ons bestaan, doen me oplichten en herinneren aan een andere geliefde dichter–zenmonnik–kluizenaar: Ryokan.
Ryokan – Grote Dwaas
Ryokan was een boeddhistische zen monnik, maar hij verliet het klooster en leefde een groot deel van zijn leven als kluizenaar. Hij bedelde om eten en woonde in een kleine hut.
Samsara en nirvana
Vandaag het laatste deel uit een vertaling van een passage van the Golden Letters over rigpa en dzogchen bevrijding van samsara en nirvana.
Het oprijzen van gedachten wordt de meditatie
Vandaag deel twee van een drieluik over rigpa en de methoden tot bevrijding. Een vertaling van enkele pagina’s van The Golden Letters.
Herken de aard van gedachten en ervaringen
Wanneer we geen vertrouwen hebben in dit pad naar bevrijding [dzogchen] , vertrouwen in de zelfbevrijding van onsamenhangende en discursieve gedachten op het moment dat ze in de geest oprijzen en dit niet tot het meest belangrijke onderdeel van de beoefening maken, dan worden we steeds weer bepaald door de uiteenlopende potentialiteit van de geest.






