Treurige knoppen
die vrouw is na haar dood
een bamboescheut geworden.
Matsuo Bashō (1644-1694)
Deze haiku kwam ik tegen in een artikel over Bashō. Als bijschrift stond erbij dat wedergeboorte in een volgend leven vooruitgang kan betekenen, maar ook het omgekeerde.
Dat bleef bij mij hangen. Bashō gaf in zijn haiku misschien de indruk weer die hij kreeg bij het zien van de knoppen aan de bamboescheut. Een momentopname.
Maar hoe dan? Zien de knoppen er treurig uit omdat de bamboescheut zich ervan bewust is dat hij (zij) in een eerder leven vrouw was? En nu is “gedegradeerd” tot plant?
Dat veronderstelt bewustzijn.
Dit levert direct al een probleem op. Is de lagere levensvorm (plant) zich ervan bewust dat hij een lagere levensvorm is, en dat hij zijn best moet doen om in een hogere levensvorm (mens) opnieuw geboren te worden? Er wordt onderzoek gedaan naar bewustzijn in planten, maar dit is wel een heel specifieke vraag.
Volgens de Boeddha komt alles wat je doet weer terug bij jezelf. Dat is een natuurwet die geldt voor iedereen. Positieve activiteiten brengen geluk voort en negatieve activiteiten lijden.
Dus geen plant met sturend bewustzijn maar een natuurwet. Misschien denk ik te moeilijk, te veel als “mens”. En wil ik alles regelen. Natuurwetten kunnen zelfs door de mens niet worden geregeld.
Maar gelukkig heb ik wel de mogelijkheid vragen te stellen, me te blijven ontwikkelen. En mijn gedachten over haiku’s te laten gaan.
En misschien hebben de treurige knoppen uit de haiku gewoon wat water nodig. En veroorloofde Bashō, ook een mens, zich een dichterlijke vrijheid?
De haiku staat in het artikel “Bashō, shintō en boeddhisme” door Tony Sebrechts (Vuursteen, Herfst 2019).