Een vuurvlieg flitste,
kijk! had ik haast geroepen,
maar ik was alleen.
Tan Taigi (1709-1771)
Taigi was een professionele dichter die veel kennis had van haiku’s. Samen met Buson (1716-1783) zorgde hij voor een opleving van de populariteit van haiku’s in de 18e eeuw.
Er wordt van Taigi gezegd dat hij naar het leven zelf schreef.
Dat is zichtbaar in deze haiku, vertaald door J. van Tooren. Iets heel kleins, een vuurvliegje, flitst voorbij. Dat wordt waargenomen door de dichter. Ook observeert hij zijn eigen reactie. Hij staat op het punt iets te roepen, maar merkt dat hij alleen is. Roepen heeft dus geen zin.
Dat is wel herkenbaar. Hoe vaak gebeurt het niet dat je je mening over iets wilt geven, maar het niet doet omdat het zo klein is, niet belangrijk. “Toch maar niet. Ze vinden het vast niet belangrijk genoeg.”
En met “ze” worden dan de mensen bedoeld doe wèl hun mening delen. Luid en duidelijk, op tv, internet, en via andere kanalen.
Maar als je je mening harder uitschreeuwt, wordt het dan meer de waarheid? Is die kleine gedachte, die je toch weer voor jezelf houdt, niet de moeite waard?
Ik denk het niet. Het gaat niet alleen om de grote meningen. Net zoals het ook niet slechts om de grote gebeurtenissen gaat. Als ik deze haiku lees, dan zie ik een ander leven. Een leven van kleine gebeurtenissen. Maar daarom niet minder waar. Het leven bestaat uit kleine en grote gebeurtenissen. Allemaal even belangrijk, voor iedereen.
Wouter ter Braake zegt
Mooi.
Renske zegt
Dankjewel Wouter.
François la Poutré zegt
Weer zo’n juweeltje. De aandrang om iets te roepen weerstaan. Dat zouden we opnieuw moeten leren.
Renske zegt
Dankjewel Francois. Het is natuurlijk een open deur, maar we vergeten zo snel ……