Hij raakte haar aan
met de lijn van zijn hengel
de zomermaan zelf.
Chiyo-ni (1701-1775)
In het diepblauw van de zomeravond staat het silhouet van een visser scherp afgetekend tegen het licht van de maan. Als hij zijn hengel omhoog brengt, is het alsof deze de maan aanraakt.
De Japanse lezer associeert het koele en heldere licht van de maan met de rust en barmhartigheid van de Boeddha.
De visser raakt de maan aan, alsof hij daarmee ook even contact maakt met de Boeddha. In de vertaling van J. van Tooren blijft dit beeld staan. Dat vind ik mooi.
Ik woon in een studentenstad. Vergeleken met andere steden een rustige en veilige stad.
Maar toch … door de studenten ook levendig, bruisend en gezellig. Een stad waar diepe rust vaak ver te zoeken is. En hoewel veel jonge mensen hier naar mijn ervaring beleefd en sociaal zijn, is barmhartigheid niet direct een woord dat in mij opkomt met betrekking tot de studentenpopulatie.
Af en toe verlang ik, misschien net als de visser van Chiyo-ni, naar de rust en barmhartigheid van de Boeddha. Gelukkig ben ik in een kwartiertje fietsen in de polder. Met het koele en heldere licht van de maan en alle rust die ik wens.
En de barmhartigheid? Die zoek ik in de eerste plaats maar in mezelf.
François la Poutré zegt
Een van mijn favorieten. Prachtig.
Renske zegt
Dankjewel François. Inderdaad een hele mooie haiku.