Een verzoek van de Israëlische ambassade, dat via een Nederlands gezin bij de gemeente Hilversum terechtkwam, leidde deze week tot het opstappen van GroenLinks-wethouder Bart Heller. De kwestie plaatst het opereren van de Israël-lobby volgens The Rights Forum in het volle daglicht.
Per mail verzocht een Hilversums gezin op 25 februari de wethouder om het gemeentehuis in oranje licht te laten baden, ter nagedachtenis aan de Israëlische familie Bibas. De moeder en twee kleine kinderen overleefden hun ontvoering door Hamas niet. Het Hilversumse gezin vermeldde dat het verzoek oorspronkelijk van de Israëlische ambassade kwam.
Een dag later stuurde Heller een reactie op de brief, waarin hij schrijft dat de inhoud ervan hem ‘onwillekeurig [aan] de situatie in Gaza’ deed denken. Hij vestigt de aandacht op de 15 duizend kinderen die Israël in Gaza heeft vermoord, en herinnert de briefschrijver aan de ‘ernstige voedselarmoede, zoals dat eufemistisch heet’. ‘Ik hoop dat u mijn reactie wilt delen met de Ambassade van Israël in Nederland’, sluit Heller af.
Israël-lobby
Al gauw ontving de (partijloze) Hilversumse burgemeester Gerhard van den Top een telefoontje van opperrabbijn Binyomin Jacobs. Waar Heller de Israël-lobby niet meteen in de brief had herkend, liet het Hilversumse college van burgemeester en wethouders (B&W) zich door die lobby vérgaand intimideren. Hellers mail, vonden de leden van het college, was ‘problematisch’.
Op maandagochtend diende Heller zijn ontslag in. Zijn antwoord aan de familie was ‘een wethouder onwaardig en had niet verzonden mogen worden’, schrijft hij. Hij noemt ook de dreiging van mogelijke publicitaire acties van pro-Israël-organisaties CIDI en Christenen voor Israël. Van de inhoud van zijn schrijven wil hij geen afstand doen, dus rest hem niets dan ontslag.
Inmiddels is bekend dat Bart Heller zal worden gevraagd om terug te keren als wethouder. Op een later moment zal het college van B en W van Hilversum hierover in de debat gaan.
Kijk voor meer informatie, de ontslagbrief van de wethouder en kritiek uit de Hilversumse gemeenschap hier