Het bestuur van de Canadese stad Burnaby heeft de Vietnamese boeddhistische monnik Le Thuan (58) bevolen zijn tempel en bijgebouwen af te breken, omdat voor de bouw geen vergunning is verleend. De grond waarop de tempel staat heeft een agrarische bestemming. De uit Vietnam gevluchte monnik kocht in 2002 het stuk land voor $ 950.000.
Thuan begon daarop met het bouwen van een tempel, een meditatiehal en eetruimten. De Vietnamese Unified Buddhist Congregatio Sororum B.C. verwachtte dat voor de weekendbijeenkomsten zo’n honderd mensen verwacht konden worden en voor het bijwonen van speciale diensten wel duizend.
Begin 2015 stuurde de gemeente inspecteurs en die maakten zich zorgen over de veiligheid en gezondheid van de bezoekers vanwege de ongeoorloofde bouw. Thuan werd gesommeerd de gebouwen af te breken. Het gemeentebestuur daagde Thuan en zijn congregatie voor de rechter nadat het had vastgesteld dat er weinig was gesloopt en er ook geen vergunning voor de sloop was afgegeven.
De bosbessen die in dat gebied groeien en die de monnik verkoopt om zijn tempel in stand te kunnen houden, zijn de enige uitingen van landbouw in het gebied. De monnik probeerde de gemeente zo ver te krijgen dat er een gedeelde bestemming op zijn grond mogelijk was: landbouw en gebruik van de tempel, maar dat werd afgewezen.
Amper honderd meter van de bescheiden tempel van Thuan staat de Chinese evangelische kerk. En niet ver daar vandaan ligt het in Filippijnen gewortelde Iglesia ni Cristo. Vlakbij staat een grote tempel van de Hare Krishna. En er is een golfbaan, die ook niet echt agrarisch te noemen is. Zo veel van het omringende land wordt gebruikt voor iets anders dan landbouw.
Thuan, die meer dan 300.000 dollar aan de bouw van de tempel besteedde, moet de kosten voor de sloop, te weten $120,000 met zijn congregatie ophoesten. Maar de monnik wil maar een ding: zijn tempel behouden. Hij zette het land te koop, en vroeg 9,8 miljoen dollar, maar niemand reageerde daarop. Daarop verlaagde hij zijn vraagprijs tot 7,8 miljoen dollar. Als Thuan land en boedel kan verkopen wil hij een afgedankte kerk kopen en die ombouwen tot een boeddhistische tempel. Maar hij ziet een veel eenvoudiger oplossing. Zijn eigen tempel behouden en in de beschikbare tijd bezig zijn met een boerderij.