Chinese en Nederlandse deskundigen liggen met elkaar in de clinch over het eigendomsrecht van een meer dan duizend jaar oud boeddhistisch beeld met daarin een gemummificeerd lichaam van een monnik. Het beeld dateert uit de Song dynastie (960-1279), en kan zijn gestolen uit een Chinese tempel in Yangchun Village in Fujian, in 1995. Het Drents Museum in Nederland stelt echter dat het beeld op een legale wijze in 1996 is gekocht door een anonieme privéverzamelaar, die het vervolgens een paar jaar geleden voor onderzoeksdoeleinden uitleende aan het museum.
Juristen die gespecialiseerd zijn in cultureel erfgoed van beide landen zeggen dat er geen internationale verdragen gelden voor dit beeld waar menselijke resten in zitten. Daarom is voorgesteld dat de Chinese en Nederlandse regeringen overleg voeren en zoeken naar een diplomatieke oplossing. Dit zou meer pragmatische en handiger zijn dan het voeren van civiele rechtszaken, zo meldt het Chinese staatspersbureau Xinhua. Het Hongaars Natuurhistorisch Museum in Boedapest, dat het beeld in het kader van een expositie over mummies tentoonstelde, heeft het inmiddels voortijdig teruggestuurd naar het Drents Museum.
China’s State Administration of Cultural Heritage zegt dat er steeds meer aanwijzingen zijn dat het boeddhabeeld met daarin het ongeveer duizend jaar oude gemummificeerde lichaam van een man en door het Drents Museum in Nederland uitgeleend aan het Hongaars Natuurhistorisch Museum voor de expositie ‘Mummie World’, in China gestolen is.
Jin Ruiguo, een ambtenaar van de State Administration, zei gisteren dat op basis van foto’s, lokale archieven en getuigenverklaringen blijkt dat het beeld in 1995 werd gestolen uit een tempel in Yangchun, in de provincie Fujian, in Oost-China. Het departement is meer bewijs aan het verzamelen en werkt met anderen samen om de terugkeer van het beeld mogelijk te maken.
Het beeld werd in maart 2015 zonder nadere uitleg door de Nederlandse eigenaar teruggetrokken van de “Mummie World”-tentoonstelling in het Hongaars Natuurhistorisch Museum. De verzamelaar, die het beeld had uitgeleend aan het Drents Museum in Assen, gaf een verklaring uit zeggend dat het standbeeld werd verkregen in 1994 van een oprechte Chinese vriend in de kunstwereld. Het beeld werd verscheept naar de woning van de verzamelaar in Amsterdam en was in 1995 te zien tijdens een workshop in Hong Kong, in hetzelfde jaar dat er een relikwiebeeld in China werd gestolen.
Het beeld dat het Drents Museum beheert is ongeveer 1.2 meter hoog en trok de aandacht na een scan vorig jaar waaruit bleek dat het een mummie bevatte van een 12e-eeuwse boeddhistische monnik.
Onderzoek heeft aangetoond dat de mummie werd genoemd Zhanggong, een voorouder (of Zushi in het Chinees) van de lokale clan. Als een lokale monnik werd Zhanggong beroemd door de behandeling van ziekten bij mensen en het verspreiden van boeddhisme. Zijn lichaam werd gemummificeerd toen hij op 37-jarige leeftijd stierf en later werd geplaatst in een beeld dat sindsdien vereerd werd in het dorp. De lokale tempel waar het standbeeld oorspronkelijk aanwezig was heeft verwante artefacten, zoals hoed en kleding die bij het beeld/mummie passen. In het oude China beoefenden monniken meestal zelf mummificatie wanneer ze dat voelden te sterven. Ze stopten met eten en drinken om hun organen te vernietigen in de periode tot de dood. Na de dood van een monnik, werd hij- zittend in de lotus-positie, begraven in een klei-urn die versierd werd met verf en goud.
Bron Xinhua.