Plannen om de straat waarin de Chinese ambassade in Washington ligt te veranderen in Liu Xiaobo Plaza, heeft bij de familieleden van deze Chinese dissident tot grote vreugde, maar bij de Chinese autoriteiten tot grote woede geleid. De literaire criticus Liu Xiaobo is een van China’s meest bekende politieke gevangenen en zit sinds 2009 voor het organiseren van ‘subversieve activiteiten’, het maken van het verzoekschrift Handvest 08, in de gevangenis.
Volgens het republikeinse congreslid Frank Wolf is de naamswijziging een uiting dat Liu onschuldig in de gevangenis zit. China zegt dat Amerika ook niet graag zou zien dat een Amerikaanse straat naar een crimineel wordt genoemd. Echter, vrienden, familieleden en supporters omarmen het initiatief, dat samenvalt met de herdenking van de 25e verjaardag van de protesten op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, de Tiananmen-protesten van 1989, waarin Liu een centrale rol speelde.
Liu Xiaobo (59) is een Chinese mensenrechtenactivist. Hij kreeg in 2010 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn “lange en vreedzame strijd voor fundamentele mensenrechten in China”. Op het moment van toekenning zat Liu gevangen; hij is op 8 december 2008 opgepakt en ruim een jaar later, op 25 december 2009, veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf. De reden daarvan was zijn betrokkenheid bij het opstellen van Charta 08, een manifest voor democratisering in China.
Liu was docent literatuur aan een lerarenopleiding in Peking. Bij het begin van het Tiananmen-protest in april 1989 verbleef hij op studiereis in de Verenigde Staten. Hij keerde naar China terug en was op 4 juni, de dag dat de protesten bloedig werden neergeslagen, in hongerstaking op het plein. Hij werd gearresteerd op 6 juni en bracht anderhalf jaar in de gevangenis door. Pas toen verklaarde een gerechtshof hem schuldig, zonder overigens op te helderen op welke gronden hij terechtstond. Het hof liet hem meteen daarna vrij. Daarna werd het hem onmogelijk gemaakt artikelen te publiceren waarin een politieke mening naar voren zou komen.
Daarom begon hij aan een grootschalig project waarin hij al vijftienhonderd mensen heeft gevraagd naar hun ideeën over de massacultuur. Liu stelde dat de inschikkelijke aard van die massacultuur een grote bedreiging is voor de maatschappelijke toekomst van China. Hij schreef dat China een groot amusementspark is geworden waarin men zich richt op een middelmatigheid die waarschijnlijk nergens in de wereld z’n gelijke kent: … Misschien zullen we op een dag democratie en vrijheid hebben, maar tegen die tijd zullen we geen ziel meer hebben.
Léon zegt
De voorgenomen wijziging van deze straatnaam lijkt mij een volledig zinloze en ongepaste provocatie.
Wat denkt men daar nu mee te bereiken?
Ujukarin zegt
Ach, speldeprikken ;-) Zo zag ik toen ik bij vrienden in Berlijn logeerde het hoofdkantoor van de Springer uitgeverij, ongeveer hun equivalent van de Telegraaf. En de lokale stadsdeelraad, meer een Groenlinks-kluppie, had tot trots van deze vrienden zijn recht van straatnaamgeven gebruikt om het nabijgelegen straatje om te dopen tot Rudi Dutschke-strasse. Blijkbaar kunnen partijen zodanig tegenover elkaar staan en ook zodanig machteloos zijn in onderlinge communicatie tot elkaar te komen dat ze dan maar dit soort speldeprikken uitdelen, ‘om tenminste het eigen gezicht te redden’ of ’te doen wat gedaan kon worden’. Symboolpolitiek dus….
With folded palms,