Het is wereldwijd stil in het boeddhisme, zo lijkt het. Berichten drogen op, het weer is slecht, gelukkig kan je thuis op je kussen zitten. Of in een boeddhistisch oord. Of in een tram.
Op de dag na het overlijden van mijn oudste zus ging ik ’s morgens haar uitvaart regelen en begin van de avond naar een meditatiecentrum in Hillegersberg in Rotterdam waar ik mediteerde. Ik was verdrietig, had behoefte aan emotionele warmte, en vond die bij de mede-mediteerders. Het was in een gang waarop ook de deur van de meditatieruimte uitkwam dat ze om mij heen zaten.
Er was maar een handjevol mediteerders, een stuk of vijf. Anderen hadden afgezegd. Ze luisterden naar mijn emoties – waren aandachtig stil, ik ervoer zoveel warmte en empathie.
Het was een bijzonder meditatiegezelschap waar ik mee optrok. Van alles wat. Niet typisch boeddhistisch, als dat al bestaat. Einzelgängers. Ze waren er als ze er moesten zijn.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
