Wat geweldig dat er zo een initiatief bestaat als de Nobelprijs voor de vrede. De uitreiking er van roept iedere jaar weer speculaties op over wie de prijs zou kunnen winnen. Zo is er aandacht voor mensen en organisaties waar we anders niet zo veel over horen.
Van mij zouden ze er een televisieshow van mogen maken. Iedere week krijgen we dan te zien wat er in de wereld aan activiteiten plaats vinden die bijdragen aan vrede. Dat kijkers vervolgens hun stem uit mogen brengen draagt er toe bij dat ze met nog meer aandacht zullen kijken en blijven kijken. Stel je voor dat de jeugd niet alleen groot wordt met de ambitie om een wereldberoemde artiest te worden maar geïnspireerd raakt door anderen om iets voor wereldvrede te gaan doen.
Daar tegenover staat dat het Nobelprijscomité gelukkig niet kiest voor de meest populaire kandidaat en ons dit jaar verraste met de toekenning aan de onopvallende OPCW (de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens). Geen inspirerende of sexy club, maar een bescheiden hard werkende organisatie die onlangs begonnen is met een grote klus in Syrië. Mede dankzij hun inspanningen is er over een half jaar weer een land bij dat vrij is van chemische wapens. Ook al is de vernietiging van wapens niet voldoende om vrede te bewerkstelligen, het draagt wel bij aan een veiligere wereld. En het is goed om te weten dat er mensen zijn die daar aan werken.
Onder de 259 aangedragen kandidaten zal zeker ook Malala Yousafzai zitten. Het comité maakt niet bekend wie er bij hun voorgedragen zijn maar Malala werd in de media geregeld genoemd als potentiële winnaar. Mede na aanleiding van haar boek was ze afgelopen dinsdag te gast in “The Dailyshow” waar Jon Stewart geregeld sprakeloos aan haar lippen hing.
Malala kwam vorig jaar in het nieuws nadat een Talibanstrijder haar door het hoofd had geschoten omdat ze openlijk op kwam voor het recht op onderwijs voor meisjes. Het is vooral bewonderenswaardig hoe ze vol moed en vastberadenheid doorgaat met haar strijd. Haar strijd voor onderwijs heeft ze inmiddels verbreed naar iedere situatie waar kinderen onderwijs ontberen. Ze is er stellig van overtuigd dat onderwijs de weg naar een rechtvaardige en vredige wereld is. De Nobelprijs gaat aan haar voorbij maar afgelopen donderdag werd bekend gemaakt dat de Sacharovprijs voor de vrijheid van meningsuiting wel aan haar wordt toegekend.
Het werken aan vrede is niet voorbehouden aan grijze heren in pakken die proberen om zonder te veel gezichtsverlies hun opponent voldoende te bieden zodat ze samen tot een overeenkomst kunnen komen. Vrede roept ook om jonge mensen die niet wachten tot er regeringen of organisaties voor hun opkomen maar zelf het woord nemen.
Of het nu Malala is of de OPCW of één van die vele anderen die voorgedragen zijn, ze laten ons zien dat vrede mensenwerk is, dat alleen bereikt kan worden wanneer mensen hun verantwoordelijkheid nemen. Ik sluit me van harte aan bij Jon Stewart die bekende dat hij zich nederig voelde aan het einde van het interview met Malala en bij zijn slotwoorden: “ik weet niet waar je vandaan komt, maar ik ben blij dat je er bent”.