Gesprekken met China over een beperkte zelfstandigheid van het door China bezette Tibet- een middenwegconstructie, zijn volgens Penpa Tsering, voorzitter van de Tibetaanse regering in ballingschap alleen mogelijk als China de Dalai Lama toestaat Tibet te bezoeken op een pelgrimstocht. De spiritueel leider van het Tibetaans boeddhisme wil ook zijn geboorteplaats en de hoofdstad van Tibet, Lhasa bezoeken.
Penpa Tsering heeft deze week China opgeroepen de Dalai Lama toegang te verlenen tot China en Tibet. Hij is van mening dat die ontmoeting een routekaart kan creëren voor de toekomstige oplossing van het Sino-Tibet conflict in een wederzijdse overeenkomst over een geweldloze blijvende oplossing voor Tibet. Op dit moment zijn er geen officiële ontmoetingen tussen de CCP en vertegenwoordigers van de Dalai Lama. Van 2002 tot 2010 zijn er acht dialoogrondes geweest en een informeel gesprek.
De CCP gelooft mogelijk dat met de dood van de Dalai Lama, die nu 86 is en in India in ballingschap leeft, het probleem met Tibet uit de wereld is. De hardliners in China denken misschien dat dit ook een natuurlijke dood kan zijn voor de kritiek op de bezetting van Tibet, maar dat is volgens Penpa Tsering niet het geval. ‘We weten allemaal dat China een eigen Panchen lama heeft aangesteld. Ze zullen hetzelfde doen met de Dalai Lama. Maar de realiteit van de situatie is dat dit een zuiver spirituele, religieuze zaak is waar China een regering is die niet gelooft in religie of spiritualiteit,’ zegt de premier van de Tibetaanse regering in ballingschap.
De invasie van Tibet door de Chinese Communistische Partij (CCP) in 1959 leidde ertoe dat de 14e Dalai Lama samen met 50.000 Tibetanen naar India vluchtte en zich later over de hele wereld verspreidde. Het Tibetaanse boeddhisme onder het communistische China maakte een donkere fase door, van het slopen van meer dan 5.000 kloosters tot het (mond)dood maken van 99,9 procent van de monniken en nonnen in Tibet.
Vandaag de dag maken de Chinese autoriteiten zich in Tibet op voor meer controle over het Tibetaans boeddhisme, waarbij het de kloosters verboden wordt traditioneel monnikenonderwijs te geven, dat een integraal onderdeel vormt van het Tibetaans boeddhisme. In plaats daarvan worden monniken en nonnen regelmatig onderworpen aan ‘patriottisch onderwijs’ en andere politieke campagnes die fundamenteel tegen de grondbeginselen van het Tibetaans boeddhisme indruisen.