Volgens de overlevering is de Tao Te Tjing geschreven door Laozi (lao: oud, zi: meester, Oude Meester dus), ook wel Oude Langoor genoemd.
Lange oorlellen zijn een teken van hoge ouderdom en hoge ouderdom is een taoïstisch ideaal, vraag me niet waarom.
Over Laozi is niets met zekerheid bekend, en niets met onzekerheid, ook niet over de lengte van zijn oorlellen, behalve dat hij de dingen die hij gezegd zou hebben naar eigen zeggen liever niet gezegd zou hebben. Weten dat je niet weet is volgens hem immers hoog, of zou hij dat liever ook niet gezegd hebben?
De geschiedenis van het vroege taoïsme is voor eeuwig in nevelen gehuld. In de wolk van niet-weten, zoals een mystiek traktaatje uit de middeleeuwen het noemt, zeg maar gerust wolkbreuk.
Voor ons lijkt het alsof de Tao Te Tjing uit de lucht is komen vallen maar die kans is klein, temeer daar de vermeende schrijver pas na het verschijnen van zijn boekje is vergoddelijkt, en wie had het anders naar beneden moeten gooien.
Over de geschiedenis van niet-weten bestaan sowieso veel misverstanden:
Dat het uitsluitend het domein zou zijn van Japanse zenboeddhisten.
Dat het uitsluitend het domein zou zijn van Chinese taoïsten, van wie de chanboeddhist, en later de zenboeddhist, het dan weer afgekeken zouden hebben.
Dat het uitsluitend het domein zou zijn van mystici.
Dat het uitsluitend het domein zou zijn van sceptici.
Dat het uitsluitend het domein zou zijn van postmodernisten.
Allemaal onzin – niet-weten is van alle tijden en plaatsen.