DBB zendt deze zomer vier documentaires uit de inmiddels uitgebreide collectie, met het verre Oosten als focus.
Het Tibetaanse boeddhisme kent veel verschijningen, maar de traditie van Milarepa spreekt wel het meest tot de verbeelding. Dit zijn de yogi’s hoog in de Himalaya, die vaak jarenlang, onder barre omstandigheden en in totale afzondering hun meditatie doen.
Lama Govinda, (Pooh, 1962) is zo’n kluizenaar, en we volgen hem wanneer hij na twintig jaar retreat zijn grot verlaat om zich onder de mensen te begeven.
Documentairemaker Jaap Verhoeven is geraakt door de eenvoud en zorgeloosheid van Lama Govinda, maar valt tijdens het draaien van dit portret ook van de ene verbazing in de andere. Zo blijkt Lama Govinda erg te houden van dans en zang. Hij laat geen mogelijkheid onbenut om te dansen en te zingen met de dorpelingen uit de omgeving, die hem als een heilige vereren. Ook in zijn geboortedorp Pooh wordt hij op handen gedragen.
Lama Govinda geeft letterlijk alles op om Milarepa’s pad naar verlichting te volgen, en zo tot diepe levens inzichten te komen.
Lama Govinda zingt door het weidse en hoge berglandschap wanneer we terugkeren naar zijn berghut voor zijn volgende retreat. Daar aangekomen vertelt hij hoe hij de winters overleeft en over zijn inspiratie om dit moeilijke pad te volgen.
De ontmoeting met hem roept voor Westerlingen veel vragen op, niet alleen over hem, maar ook over ons eigen leven, dat immers gebaseerd is op het bereiken van sociaal, financieel, en fysiek comfort, juist al die dingen die Lama Govinda achter zich liet. Maar wat zocht hij dan? Wat is het resultaat van al die jaren beoefening. En wat kunnen wij daarvan leren en begrijpen? Een prachtige documentaire over een verdwijnende traditie.
Laatste kans om deze prachtige prijswinnende documentaire op de Nederlandse televisie te zien.
Een ogenschijnlijk gewone jongen ontdekt dat hij de reïncarnatie is van de hoogste Tibetaanse monnik, waardoor hij de nobele titel van Rinpoche heeft gekregen. De jonge Padma Angdu is echter verdreven in zijn reïncarnatie en dus gescheiden van zijn oorspronkelijke klooster en discipelen. In tegenstelling tot het bevoorrechte leven dat zo’n nobel kind zou kunnen hebben, omringd door assistenten in een prachtig klooster, brengt de wijding van Padma Angdu in zijn tweede leven een onverwachte wending van gebeurtenissen teweeg.
Het feit dat hij in Ladakh werd geboren tijdens de sociaalpolitieke onrust in Tibet, en dus op de ‘verkeerde plaats’ is, leidt tot zijn verbanning uit het klooster in Ladakh. Met zijn peetvader Urgain Rigzin, die hem uit het klooster volgt, woont hij in een klein huisje en wacht hij op zijn discipelen uit Tibet en wanneer genoeg heeft van het wachten begint Rinpoche aan zijn reis door India naar Tibet.
In een afgelegen dorp in de Himalaya zorgt een vader voor de oude relikwieën van het altaar van het familieklooster. De zorg voor het klooster wordt al duizenden jaren door dezelfde familie gedaan. De vader wil deze familietraditie voortzetten en de zorg van het klooster aan zijn zoon Gyembo overdragen. Zoon Gyembo heeft hier geen oren naar. Hij ziet dat helemaal niet zitten. Hij wordt veel liever voetballer en hij wil ook dichtbij zijn zusje Tashi blijven omdat hij haar enige vertrouweling is.
De vader wil het familie-kloostererfgoed voortzetten. Hij gelooft oprecht dat Gyembo van school af moet gaan en zijn leven verder moet wijden aan godsdienst. Alleen dan zal Gyembo goed Karma verzamelen.
Raghu Rai. An Unframed Portrait is een intiem portret over de gepassioneerde Magnum fotograaf Raghu Rai, de vader van de Indiase fotografie, gezien door de ogen van zijn even ambitieuze dochter Avani Rai. Vijftig jaar lang legt hij verhalen van India vast met zijn camera. Zijn foto’s tonen een grote mate van persoonlijke betrokkenheid en geven inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen van hedendaags India. Zijn wereldberoemde foto’s behelzen politieke conflicten, de giframp met Bhopal tot de slachtoffers dertig jaar later als ook momenten uit het dagelijks leven van mensen en indringende portretten van India Gandhi, Moeder Theresa en de Dalai Lama met wie hij jarenlang vriendschappen onderhield. In de film reizen vader en dochter af naar de deelstaat Kashmir, een decennialang brandhaard van conflict en geweld, een plek waar haar vader zich diep mee verbonden voelt. Onderweg wordt de complexe relatie die ontstaat tussen vader en dochter zichtbaar, naarmate Avan
Rai, die altijd in de schaduw van haar beroemde vader heeft gestaan, haar eigen observaties van haar vader probeert vast te leggen. Hij geeft haar aanwijzingen over kaders en standpunten, maar ook over spiritualiteit dat volgens hem onlosmakelijk verbonden is met zijn werk. Zo leert hij zijn dochter: “Everything around us, big or small, needs attention, connection…connectivity…when you learn to connect with the most ordinary and the mundane then something special gets born out of it.” Niet alleen is hij de filmmaaksters vader, maar ook haar grote voorbeeld dat soms op gespannen voet komt te staan in de zoektocht naar haar eigen talent.