Voedselwaakhond foodwatch lanceert als start van een grootschalige campagne een manifest tegen de uitverkoop van wetenschap. Dit als antwoord op de stijgende publiek-private samenwerking en de risico’s die dit met zich meebrengt. Foodwatch heeft concrete maatregelen geformuleerd om onafhankelijke voedingswetenschap te beschermen, zoals de oprichting van een onafhankelijk onderzoeksfonds en betere naleving en controle van de gedragscode wetenschappelijke integriteit.
Elif Stepman van foodwatch: “Het is ondertussen algemeen bekend dat Coca-Cola wetenschappers financierde om frisdrank te verdedigen en Monsanto ghostwriters inschakelde voor positieve studies over landbouwgif glyfosaat. We ontdekten ook dat FrieslandCampina wetenschappelijke studies promootte die concluderen dat cacao zou bijdragen aan betere schoolcijfers. Al deze voorbeelden tonen aan dat het belang van marketing steeds voorgaat op dat van de samenleving. De consument is de dupe. We werken momenteel aan een lijvig rapport over de beïnvloeding van de wetenschap door de voedselindustrie in Nederland. Foodwatch wil kennis in plaats van kassa.”
Uitverkoop van de wetenschap
Het wetenschappelijk onderzoek in Nederland is steeds meer afhankelijk van investeringen door de industrie. Terwijl de overheidsinvesteringen aan wetenschappelijk onderzoek sinds 2015 alleen maar dalen, stijgen de uitgaven van de private sector, zoals blijkt uit de Wetenschapsbrief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2019). Volgens de doelstellingen van de Europa 2020-strategie zou jaarlijks 3% van het Bruto Binnenlands Product naar Research & Development moeten gaan. Om de komende jaren deze 3% BBP te bereiken, kijkt de overheid opnieuw vooral naar de bedrijven. “Het kabinet investeert oplopend tot in totaal € 400 miljoen extra in onderzoek en innovatie vanaf 2020 en heeft eerder dit jaar aangegeven in te zetten op het verhogen van de private uitgaven en de versterking van de publieke-private samenwerking”, aldus de Wetenschapsbrief. De toenemende afhankelijkheid van externe financiering zorgt volgens de ‘Vereniging van Universiteiten’ (VSNU) en de ‘Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek’ (NWO) voor doorgeschoten competitie en druk op het systeem. Beide organisaties trekken dan ook aan de bel. De sterke publiek-private samenwerking leidt volgens onderzoek van het Rathenau instituut (2018) tot risico’s voor belangenverstrengeling, de toegankelijkheid van publieke kennis, de balans tussen de verschillende academische, maatschappelijke en economische agenda’s en academische vrijheid.
Wie betaalt, bepaalt
Verschillende studies wijzen uit dat de voedselindustrie nutritioneel onderzoek beïnvloedt. Financiering door voedingsbedrijven resulteert vaak in gunstige onderzoeksresultaten voor de sponsor, leidt de aandacht af van ongunstige resultaten en biedt minder ruimte voor maatschappelijk en fundamenteel onderzoek (zoals naar eerlijke, veilige en gezonde voeding). Hierbij krijgen de belangen van de industrie vaak voorrang op die van de samenleving. In 2018 bracht de ‘Food Ethics Council’ een speciale editie over de ethiek van voedingswetenschap uit, ‘For whom? Questioning the food and farming research agenda’. De Britse organisatie benadrukt: “Hoewel industrieel voedselsysteem-onderzoek voor sommigen voordelen heeft opgeleverd, heeft het ook een aantal aspecten die door velen als ongewenst worden beschouwd, waaronder het feit dat fundamentele ethische kwesties niet worden aangepakt, een beperkte agenda, ongepaste beïnvloeding door het bedrijfsleven en het ontbreken van een werkelijk inclusieve en open aanpak. Naar onze mening is er een transformatie nodig.”
Nu wetenschappelijk onderzoek steeds meer afhankelijk raakt van industriefinanciering, krijgt kassa voorrang op kennis. Dat moet anders. De voedselwaakhond roept op het manifest massaal te ondertekenen, zodat de verschillende spelers actie ondernemen om onafhankelijke voedingswetenschap te waarborgen.