Consumenten willen geen kooi-eieren, ook niet uit de verrijkte kooi, maar de keuze om ze helemaal uit te sluiten van hun voeding is vrijwel onmogelijk. Levensmiddelenfabrikanten gebruiken in verwerkte producten nog steeds verrijkte kooi-eieren, maar vermelden dit meestal niet op de verpakking.
Gebrek aan transparantie – door een gat in de Europese wetgeving – ontneemt consumenten al meer dan 10 jaar hun keuzevrijheid op dit vlak. Zo belanden toch onbewust industriële eieren op het bord van de consument, die dit omwille van dierenwelzijn net wil vermijden. Voedselwaakhond foodwatch roept alle voedselfabrikanten op om transparanter te zijn en geen enkele soort kooi-ei meer te gebruiken. Samen met het consumentenprogramma Kassa heeft foodwatch de hashtag #kappenmetkooiei in het leven geroepen.
Kooi-eier-surimi
Nederlanders consumeren gemiddeld 210 eieren per persoon per jaar. Hiervan eten ze er 130 tot 140 als verse eieren, ook wel tafeleieren genoemd. Zo’n 60 tot 70 wordt indirect gegeten via bewerkt voedsel, bijvoorbeeld in producten als pasta, sauzen, koekjes, brood, biscuits en ijs. Maar ook in producten waar je niet snel ei verwacht, zoals vegetarische vleesvervangers, broodbeleg en surimi (imitatiekrab). In deze producten worden vaak kooi-eieren gebruikt. Nederlanders eten naar schatting ongemerkt jaarlijks tussen de 30 tot 35 kooi-eieren per persoon.
De Europese Unie heeft in 2012 de traditionele legbatterij (met kooi-eieren dus) verboden. In de EU zit gemiddeld 50% van alle leghennen in verrijkte kooien (iets groter dan een legbatterij), maar er zijn ook lidstaten zoals Litouwen, Spanje en Portugal waar 90% van de eieren via dit systeem worden geproduceerd. Nederland is aan het omschakelen, maar bij ons komt nog 13% van alle eieren uit verrijkte kooien. Het merendeel in Nederland is scharrel (60%), gevolgd door vrije uitloop (20%) en tenslotte biologisch (7%). In 2021 gaat in Nederland een verbod op verrijkte kooien in en wordt het de zogeheten koloniehuisvesting het meest dieronvriendelijke systeem.
Verborgen kooieieren
Waar consumenten geen eieren verwachten, kiezen voedselfabrikanten nog vaak voor verrijkte kooi-eieren. En die informatie staat haast nooit op het etiket. “Als producenten kooi-eieren gebruiken, dan doen ze dat in totale stilte. Niemand zet op de verpakking: ‘Gemaakt met eieren van leghennen die het maar net iets beter hebben dan in legbatterijen’…”, aldus Frank Lindner van foodwatch. Als het voor de consument duidelijk is dat er ei in het product is verwerkt, kiezen producenten wel vaak voor scharrel, vrije uitloop of biologische eieren. Zoals bij mayonaise en kant-en-klare pannenkoeken. Zo kunnen fabrikanten hun merknaam oppoetsen en de omzet vergroten.
Bewuste keuze?
Consumenten letten bij de aankoop van hun verse eieren steeds bewuster op dierenwelzijn. Ze kiezen voor het scharrelei, vrije uitloop of biologisch. Voor tafel-eieren is het door de EU verplicht om te vermelden uit welk land, bij welk pluimveebedrijf en zelfs uit welke stal het ei komt. Ook moet verplicht vermeld worden in welke omstandigheden de kip leeft. Dat kan getraceerd worden via een stempel op eieren, via de eicode. Voor eieren die verwerkt zitten in voedselproducten is dit echter niet het geval: levensmiddelenfabrikanten zijn volgens EU-verordening 589/2008 niet verplicht om de herkomst en het soort ei op hun etiketten te vermelden. Consumenten kunnen dus niet bewust kiezen voor een product dat beter voldoet aan kippenwelzijn.
Foodwatch wil dat deze maas in de Europese wet zo snel mogelijk wordt gesloten. Maar wachten op nieuwe regelgeving duurt lang. De echte macht ligt bij de fabrikanten en voedselverwerkers. Foodwatch roept hen daarom op om het initiatief te nemen. Zet de ei-code gewoon op de verpakking of het etiket. Maar nog liever: weiger om geïmporteerde legbatterijeieren, verrijkte kooi-eieren en kolonie-eieren te gebruiken. Scharrel is wat foodwatch betreft het minimum voor een beter welzijn van leghennen.