De Nederlandse regering komt haar belofte niet na te stoppen met het subsidiëren van fossiele brandstoffen, dat blijkt uit onderzoek van Milieudefensie, ODI en CAN Europe. In het onderzoek werden de klimaatplannen van alle 28 EU-lidstaten doorgelicht met betrekking tot het afbouwen van energiesubsidies. Waar de Europese Commissie laat zien dat Nederland 2,5 miljard euro per jaar aan fossiele subsidies uitgeeft, beweert de Nederlandse regering dat Nederland helemaal geen subsidies voor fossiele energie verleent.
In 2013 sprak Nederland in Europa af om voor 2020 subsidies voor fossiele energie af te schaffen. De Europese Commissie stelt echter dat Nederland nog ruim twee keer zoveel subsidie verleent aan fossiele energie, dan aan duurzame energie. Respectievelijk €2,5 miljard per jaar tegenover €1,1 miljard. “Zo houden we klimaatvervuilende brandstoffen onnodig lang op de been. Ondanks de klimaatafspraken, blijft Nederland belastinggeld steken in de grootste oorzaak van deze klimaatcrisis: fossiele brandstoffen. Dit is onverantwoord.”, aldus Laurie van der Burg van Milieudefensie.
Als niet alleen naar directe subsidie en belastingvoordeel wordt gekeken, valt de steun voor fossiele brandstoffen nog hoger uit: €7,6 miljard per jaar tussen 2014 en 2016. Hieronder valt dan ook financiering door publieke instellingen als de Nederlandse ontwikkelingsbank en investeringen door staatsbedrijven, zoals Energie Beheer Nederland en Gasterra.
€55 miljard fossiele subsidie door EU-landen
De onderzoekers analyseerden de concept energie- en klimaatplannen (de zogeheten National Energy and Climate Plans – NECPs) die alle EU-landen indienden bij de Europese Commissie. Daarin horen lidstaten een overzicht te bieden van hun energiesubsidies en van hun plannen om deze af te bouwen. Eind dit jaar dienen alle lidstaten hun definitieve plannen in.
Alle 28 EU-lidstaten zijn in het onderzoek meegenomen, naast Nederland ontkennen nog vijf andere landen (Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk) dat zij geen subsidies verlenen – terwijl zij dit feitelijk wel doen. Vijf lidstaten (Duitsland, Griekenland, Polen, Slovenië, en het Verenigd Koninkrijk) kondigen zelfs nieuwe fossiele subsidies aan. In totaal verlenen de lidstaten €55 miljard subsidie voor klimaatvervuilende brandstoffen.
Hoewel geen van de landen volledige plannen presenteert voor het afbouwen van de fossiele subsidies, kan Nederland een voorbeeld nemen aan landen als Italië en Duitsland. Deze landen zijn transparanter over de subsidies die ze verlenen en kondigen plannen aan deze af te bouwen.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is inmiddels bezig om fossiele subsidies in kaart te brengen en hierop een beleidslijn te formuleren. Van der Burg: “Dit biedt een unieke kans voor Nederland om haar jarenoude beloftes na te komen en de plannen voor eind dit jaar te corrigeren.”