Terwijl in boeddhistische landen als Sri Lanka overwogen wordt de doodstraf weer ten uitvoer te brengen en ook Thailand veroordeelde misdadigers van het leven beroofd, ligt in het boeddhistische koninkrijk Bhutan de nadruk op het voorkomen van misdrijven. De doodstraf is er in 2004 bij koninklijk besluit afgeschaft. Dat gebeurde na vele debatten in de nationale assemblee en werd uiteindelijk vastgelegd in de grondwet van 2008. De zorg om de boeddhistische spirituele waarden te respecteren is duidelijk aanwezig.
Boeddhisten vormen 75% van de bevolking van Bhutan. Artikel 3, lid 1 (Spiritueel Erfgoed) van de Grondwet bepaalt dat de boeddhisten zich moeten houden aan de boeddhistische spirituele waarden van Bhutan: Het boeddhisme is het spirituele erfgoed van Bhutan, dat de principes en waarden van vrede, geweldloosheid, mededogen en tolerantie bevordert.
In de grondwet staat ook: ‘Het is de verantwoordelijkheid van religieuze instellingen en persoonlijkheden om het spirituele erfgoed van het land te bevorderen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat religie gescheiden blijft van politiek in Bhutan. Religieuze instellingen en persoonlijkheden zullen boven de politiek blijven staan. Een Bhutanese burger zal tolerantie, wederzijds respect en broederschap bevorderen onder alle Bhutanezen die de religieuze, taalkundige, regionale of sectionele diversiteit overstijgen.
Hoewel het de laatste keer in 1964 werd uitgevoerd in Bhutan plaatsvond kon die straf volgens het wetboek van strafrecht nog steeds worden opgelegd. In 1998 werd een verdachte die een serie misdrijven had gepleegd door de rechtbank tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld, ondanks de oproep van de Nationale Vergadering om de doodstraf in een dergelijke situatie toe te kennen. De rechterlijke macht werd destijds zwaar bekritiseerd. Bij de uitleg van de levenslange gevangenisstraf benadrukte een vertegenwoordiger van de rechterlijke macht dat de ‘wet niet alleen bestaat om straffen toe te kennen’. Het doel van de rechterlijke macht is het corrigeren en rehabiliteren van eigenzinnige individuen als een middel voor menselijke en sociale ontwikkeling.
In een nieuwe grondwet is bepaald dat ‘de staat ernaar zal streven de voorwaarden te scheppen voor de werkelijke en duurzame ontwikkeling van een goede en medelevende samenleving die geworteld is in de boeddhistische ethiek en de universele menselijke waarden’.
Paul zegt
Maar laten we niet blij zijn met Bhutan en zien voor wat het is: een
land waar mensen van Nepalese afkomst en bijvoorbeeld Christenen gebukt gaan onder discriminatie en ernstige mensenrechtenschendingen.