De Chinese regering doet pogingen om middels ambitieuze projecten in de omringende landen de politieke en financiële invloed te versterken. Ook in Nepal waar China door het aanleggen van een internationale luchthaven en het ontsluiten van het geboortedorp Lumbini van de historische Boeddha miljoenen toeristen hoopt te trekken.
Maar China’s ambitieuze Belt and Road-initiatief (BRI) zal waarschijnlijk niet in Nepal tot standkomen vanwege een aantal economische, infrastructurele en milieukwesties, aldus de in Amsterdam gevestigde European Foundation for South Asian Studies (EFSAS), die de situatie in het land van nabij heeft bestudeerd.
In mei 2017 heeft Peking met Kathmandu, Nepal, een Memorandum of Understanding (MoU) getekend over het Belt and Road Initiative met het oog op het openen van nieuwe verbindingsroutes door de aanleg van wegen, spoorwegen, havens en luchtvaart, naast verdere investeringen in communicatietechnologieën, waterkracht- en energieprojecten, financiering en toerisme.
De kern van de overeenkomst wordt gevormd door de infrastructurele inspanningen voor de aanleg van een spoorlijn door het ruige Himalayagebergte, die uiteindelijk de door China gecontroleerde regio Tibet met Kathmandu zal verbinden. De Nepalese regering twijfelt op basis van het rapport van EFSAS aan de technische haalbaarheid van het project en ook of het met de daaraan verbonden kosten tussen de 7 en 8 miljard dollar te realiseren izijn.
De Amsterdamse denktank vindt het nog maar de vraag of Nepal zal nadenken over het aanleggen van een spoorweg naar het land gelet op de ervaringen van zijn Zuid-Aziatische buren, zoals Pakistan en Sri Lanka, die volgens de denktank ten prooi zijn gevallen aan niet in te lossen Chinese schulden, en dat Nepal zal besluiten dezelfde gedoemde weg in te slaan.