Imam Natapol Puthpawana, gastheer Toh in de online islamitische talkshow Toh-Tal in Thailand, heeft zich afgelopen woensdag verontschuldigd voor het beledigen van boeddhisten. Hij nam in een eerdere uitzending het prosterneren (neerwerpen) en het vereren van boeddhabeelden en religieuze idolen op de hak. Dat kwam hem te staan op ernstige kritiek van Aziz Pitakkumpol,’s lands hoogste islamitische geestelijke leider, die hem voorhield dat de Islam veroordeling of kritiek van andere godsdiensten en hun gelovigen verbiedt.
Toh: ‘Ik wil graag mijn excuses aanbieden aan iedereen in Thailand die door mijn uitspraken gewond is geraakt. Het was verkeerd om mensen te beledigen, ik wil juist graag dat mensen van alle religies samenwerken.’ Natapol wees erop dat op oude video’s van zijn shows blijkt dat hij elke religie gelijk behandelt en hij alleen als moslim een antwoord gaf van volgers van zijn show op vragen over het aanbidden van boeddhistische beelden. Thailand is een boeddhistisch land.
Aziz waarschuwde religieuze deskundigen voorzichtig te zijn in hun functioneren omdat dat tot sociale verdeeldheid kan leiden. In zijn show zei imam Natapol in antwoord op een vraag waarom de islam, in tegenstelling tot het boeddhisme, geen beelden van Allah kent ‘dat een beeld dode materie is, een verbeelding. ‘Ik zou niet graag iets dat zo laag is als, of lager dan ik (vereren). Het is levenloos, het is lelijker dan ik, je kunt uit alle macht beeldhouwen maar het wordt nooit zo knap als ik.’ De Islam verbiedt afbeeldingen van Allah en de profeet Mohammed.
De reacties op sociale media waren gemengd. Een Facebookgebruiker noemde Toh een religieuze zieke, net als monniken die boeddhistische voorschriften schenden. Anderen zeiden dat Toh alleen maar antwoord gaf op een vraag. Boeddhisten beledigen al een hele tijd de islam, was een reactie. Toh is een voormalig lid van de rockband Silly Fools, hij verliet de muziekindustrie in 2012 en werd imam.
In de diverse stromingen van het boeddhisme is de prosternatie een middel om eer te bewijzen aan de Drie Juwelen: de Boeddha, de Dharma (Boeddha’s leer) en de Sangha (de gemeenschap van Dharma-beoefenaars). Bij de volle prosternatie werpen boeddhisten zich plat ter aarde met de armen vooruitgestoken. Zij blijven niet liggen, maar staan meteen weer op voor de volgende prosternatie. In het Tibetaanse boeddhisme prosterneren pelgrims zich tijdens hun bedevaart voortdurend. Zij hopen daarmee een gunstige wedergeboorte te bewerken.