De Nederlandse sierteeltsector is nog steeds een grootverbruiker van bestrijdingsmiddelen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek door Greenpeace. Niet alleen zijn veel van de aangetroffen stoffen schadelijk voor bijen en hommels, een opmerkelijk hoog aantal residuen is van middelen die verboden zijn in Nederland of de Europese Unie.
Dit voorjaar heeft Greenpeace bloeiende tuinplanten van vier grote ketens van tuincentra in Nederland onderzocht, Intratuin, GroenRijk, Welkoop/Boerenbond en Life & Garden. De onderzoekers kochten 84 planten in totaal, planten die populair zijn bij de consument én die aantrekkelijk zijn voor bijen en hommels. De gekochte planten zijn vervolgens door een onafhankelijk laboratorium getest op zo’n driehonderd bestrijdingsmiddelen. De resultaten zijn volgens Greenpeace verontrustend en werden gisteravond bekendgemaakt in het televisieprogramma Groen Licht.
Op maar liefst 81 van de in totaal 84 planten uit Nederlandse tuincentra troffen de onderzoekers resten van bestrijdingsmiddelen aan. Slechts 3 van de 84 onderzochte planten bleken geheel vrij van pesticiden. Op de 84 planten ontdekten de onderzoekers 571 restanten van bestrijdingsmiddelen, gemiddeld 7 middelen per plant.
Verboden
Ronduit schokkend is dat 58 keer sprake was van een illegale stof, verboden in Nederland of in de gehele Europese Unie.
De onderzoekers troffen 42 keer residuen aan van 12 bestrijdingsmiddelen die niet zijn toegestaan in de EU. En van 5 actieve stoffen die niet zijn toegestaan in de Nederlandse tuinbouw bleken 16 restanten op de gekochte planten te zitten. Gekeken naar het soort plant en bloem: de rododendron, de skimmia en de klokjesbloem bevatten gemiddeld en in die volgorde de meeste pesticiden die zeer giftig zijn voor bijen.
Meerjarig onderzoek in meerdere landen laat zien dat het niet goed gaat met bijen, hommels en andere bestuivers. Dit komt door bijenziektes, gebrek aan bloemen op het platteland en door pesticiden. Bijen en hommels bestuiven driekwart van de belangrijkste landbouwgewassen.
Beterschap
Er is volgens deze organisatie ook positief nieuws. Drie jaar geleden trok Greenpeace voor het eerst aan de bel bij de tuincentra: tuingroen bleek boordevol bestrijdingsmiddelen te zitten. De tuinbranche schrok en beloofde beterschap. Een vergelijking tussen de onderzoeksresultaten van nu en die van 2014 laat zien dat er beduidend minder voor bijen schadelijke stoffen zijn gebruikt. Van de schadelijke stoffen die volgens Greenpeace het eerst uitgebannen zouden moeten worden, was het aantal residuen dat op de planten werd aangetroffen ruim gehalveerd.
Greenpeace zet in op gifvrije ecologische landbouw. Tuincentra hebben een grote verantwoordelijkheid en kunnen van hun telers planten zonder gif eisen. Nederland zou als grote sierteeltproducent het goede voorbeeld moeten geven en de overheid dient niet alleen bestaande verboden beter te handhaven, zij kan volgens Greenpeace ook pleiten voor uitbreiding van nu geldende, beperkte EU-moratorium op een aantal stoffen.