Meester Nitwit heeft geen idee.
1
Leerling: Iedereen leeft in zijn eigen wereldje.
Meester Nitwit: In jouw wereldje misschien.
2
Leerling: Iedereen denkt dat iedereen in zijn eigen wereldje leeft.
Meester: In jouw wereldje misschien.
3
Leerling: Iedereen denkt dat iedereen denkt dat iedereen in zijn eigen wereldje leeft.
Meester: In jouw wereldje misschien.
4
Leerling: Iedereen leeft in zijn eigen wereldje, behalve u.
Meester: In jouw wereldje misschien.
Leerling: U bent de enige die in de ware wereld leeft.
Meester: In jouw wereldje misschien.
5
Leerling: Het is niet te zeggen in wat voor wereld iedereen leeft.
Meester: In jouw wereldje misschien.
Leerling: En in het uwe?
Meester: Geen idee.
