Meester Nitwit zegt waar het niet op staat.
1
‘Hoe voelde het toen je vrouw doodging?’
‘Het was alsof de grond onder mijn voeten verdween.’
‘Welke grond?’
2
‘Hoe voelde het toen je kind doodging?’
‘Het was alsof de grond onder mijn voeten verdween.’
‘Welke voeten?’
3
‘Hoe voelde het toen je moeder doodging?’
‘Het was alsof de wereld verging.’
‘Welke wereld?’
4
‘Hoe voelde het toen je vader doodging?’
‘Het was alsof de wereld verging.’
‘Toen pas?’