Op weg naar het onveranderlijke.
Neti neti is niet alleen een bezweringsformule om je gedachten onschadelijk te maken tijdens je netinetimeditatie, het is ook een methode van zelfonderzoek die deel uitmaakt van jnana yoga – het inzichtpad, de denkweg.
Jnana yoga is een van de zes klassieke filosofische scholen van het hindoeïsme die naar vereniging met Brahman streven, elk op zijn eigen manier. Wie het inzichtpad gaat, doet dat door zijn verstand te gebruiken, door te denken, kennis op te doen, inzicht te verwerven.
Het idee achter netinetizelfonderzoek is vergelijkbaar met het idee achter netinetimeditatie, maar dan algemener: door niet alleen je gedachten maar álle verschijnselen methodisch te ontkennen, valt alles weg wat niet-zelf is:
Ik heb dit lichaam maar ik ben niet dit lichaam, want mijn lichaam verandert steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb deze ziekte maar ik ben niet deze ziekte, want mijn gezondheidstoestand verandert steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb deze eigenschappen maar ik ben niet deze eigenschappen, want mijn eigenschappen veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb dit verleden maar ik ben niet dit verleden, want mijn verleden verandert steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb bezittingen maar ik ben niet mijn bezittingen, want mijn bezittingen veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb een opleiding maar ik ben niet mijn opleiding, want mijn opleiding verandert steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb een baan maar ik ben niet mijn baan, want mijn baan verandert steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb familie maar ik ben niet mijn familie, want mijn familie verandert steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb gedachten maar ik ben niet mijn gedachten, want mijn gedachten veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb herinneringen maar ik ben niet mijn herinneringen, want mijn herinneringen veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb intenties maar ik ben niet mijn intenties, want mijn intenties veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb gevoelens maar ik ben niet mijn gevoelens, want mijn gevoelens veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Ik heb gewaarwordingen maar ik ben niet mijn gewaarwordingen, want mijn gewaarwordingen veranderen steeds terwijl ik mezelf blijf.
Aan het eind van je zelfonderzoek heb je niets over om je mee te identificeren. Het ik bestaat niet, heeft nooit bestaan, er is niemand hier, de persoon is absent en altijd al absent geweest. Je bent jezelf kwijtgeraakt. Wat rest is het ongedifferentieerde, onveranderlijke, onuitsprekelijke, alomvattende Brahman. En jij bent Dat.

Het rare van deze methode van zelfonderzoek is dat de uitkomst van tevoren vastligt. Het heeft iets weg van een schijnproces. Wie zelfonderzoek doet zonder vooropgezet plan komt mogelijk heel ergens anders uit. Die gaat er niet vanuit dat er iets hetzelfde blijft; dat moet nog blijken.
Mijn eigen zelfonderzoek leidde niet naar Brahman maar tot grote twijfel, en liep uiteindelijk dood in niet-weten. Ik weet niet wie of wat of dat ik ben, behalve in de meest oppervlakkige zin van het woord.
Ben ik mijn lichaam of heb ik een lichaam? Weet ik niet. Heb ik mijn lichaam of heeft het mij? Weet ik niet. Is mijn lichaam stof of geest? Weet ik niet. En zo verder voor mijn ziekten, eigenschappen, verleden, bezit, opleiding, baan, familie, gedachten, herinneringen, intenties, gevoelens, gewaarwordingen en wat je maar kan verzinnen dat als identiteit zou kunnen dienen.
Bij oprecht zelfonderzoek weet je van tevoren niet waar je uitkomt. Dat je ook nergens kan uitkomen had ik niet voorzien, maar zo verging het mij. Vergaandeweg wist ik steeds minder wie ik was en nu weet ik het helemaal niet meer, behalve in de alledaagse zin van het woord.
De kwestie van mijn identiteit, mijn ware zelf, mijn wezenlijke ik, is samen met alle andere levensbeschouwelijke kwesties achter de horizon verdwenen. Dat heeft mijn blik oneindig verruimd, meer dan enig antwoord ooit had kunnen doen.