Waarom wijzen zo dwaas klinken en dwazen zo wijs.
Het woord apofatisch is afgeleid van het Griekse apo (omhoog, weg van) en phanai (spreken). Etymologisch betekent apofatisch ‘ontkennend sprekend’, maar in het Nederlands betekent het gewoon ‘ontkennend’. Apofatisch spreken is dus ontkennend spreken, niet ontkennend sprekend spreken. Dat laatste is niet onjuist maar dubbelop, pleonastisch.
Het tegenovergestelde van apofatisch is katafatisch. Dat woord is afgeleid van het Griekse kata (omlaag, erheen) en betekent bevestigend. Ik ga niet uitleggen waarom katafatisch spreken geen pleonasme is, dat zou onnodig overbodig zijn.
Een apofatische manier van spreken gebruik je om iets te beschrijven waarvan je wel kan zeggen wat het niet is maar niet wat het wel is, zoals een bovennatuurlijk wezen of een hogere werkelijkheid.
Natuurlijke taal is per definitie niet van toepassing op het bovennatuurlijke; kan je niet zwijgen of liegen dan moet je ontkennen. ‘De allerhoogste is niet bestaand en niet onbestaand’, zeg je dan. ‘Hij gaat vooraf aan onderscheid en eenheid.’ ‘Zij is voorbij goed en kwaad.’ ‘Het is mannelijk noch vrouwelijk noch onzijdig.’
‘Alleen apofatisch kan je recht doen aan de of het totaal andere’, zeg je, ‘aan degene die of datgene wat boven alles uitstijgt en daarom van zichzelf ondenkbaar is, onbenoembaar, ondefinieerbaar, ongrijpbaar, onuitsprekelijk.’
Ook van een methodiek of filosofie kan je zeggen dat ze apofatisch is, geschikt om ontkennenderwijs of tenminste vragenderwijs te spreken. Denk aan de Indiase tetralogica, het hindoeïstische neti neti, de socratische methode (elenchus) en de postmoderne deconstructie.
De apofatische beschrijving van het hogere heet de via negativa, of negatieve theologie. De katafatische beschrijving van het hogere heet de via positiva, of positieve theologie. In het Oude Testament is God positief gesproken een brandende braamstruik, Jezus in het Nieuwe Testament de besneden zoon van een onbevlekte maagd.
De katafatische manier van spreken is niet noodzakelijk waar, maar wel voorstelbaar. De apofatische manier van spreken is niet noodzakelijk onwaar, maar wel onvoorstelbaar. Kies zelf maar.
Hieronder zeven dwaalteksten over erkennen, ontkennen en ont-kennen in het christendom, het hindoeïsme, het boeddhisme en het niet-weten. Daaronder nog eens vijf over het meest negatief-theologische traktaatje ooit, van ene Pseudo-Dionysius. Even doorbijten en je snapt eindelijk waarom wijzen zo dwaas klinken en dwazen zo wijs. En zie ze dan nog maar eens uit elkaar te houden.