(Vierde van twaalf dwaalteksten over geestelijke armoede.)
De grote weg is niet moeilijk voor wie geen voorkeuren heeft, zei Sengtsan, de derde zenpatriarch in De Grote Weg; verzen over de geest van vertrouwen.* Dat is goed nieuws voor mensen die weinig weten: hoe minder je weet, hoe minder voorkeuren je kan hebben en hoe zwakker je voorkeuren.
* Onderzoekers betwijfelen inmiddels of Sengtsan De Grote Weg heeft geschreven, niet in de laatste plaats omdat hij toen allang dood was; zie https://en.wikipedia.org/wiki/Sengcan en https://en.wikipedia.org/wiki/Xinxin_Ming.
Als je het helemaal niet meer weet, zoals ik, hangt elke voorkeur in de lucht, en zal je er niet snel een moord voor doen, al weet je natuurlijk maar nooit.
Zo heb ik geen voorkeur voor geestelijke armoede en ben ik er niet aan gehecht of van onthecht, omdat ik geen idee heb wat armoede van geest inhoudt, of er wel armen van geest zijn, of er wel een geest is, of er ook rijken van geest zijn, wie beter af is en tot welke groep of groepen ik behoor, gesteld dat ik ergens toe behoor, gesteld dat ik ben.
Ik heb geen voorkeur voor het koninkrijk der hemelen en ben er niet aan gehecht of van onthecht, omdat ik geen idee heb wat het koninkrijk der hemelen is, waar het is, hoe het er is, als het al is, of ik me erin bevind of erbuiten, gesteld dat ik me ergens bevind, gesteld dat ik ben.
Ik heb geen voorkeur voor zaligheid en ben er niet aan gehecht of van onthecht, omdat ik geen idee heb wat zaligheid inhoudt, of er wel zoiets is als zaligheid, of er ook onzaligheid is, of het mogelijk is gelijktijdig of afwisselend zalig en onzalig te zijn en hoe dat bij mij zit, gesteld dat het bij mij zit, gesteld dat ik ben.
Ik heb geen voorkeur voor de grote weg en ben er niet aan gehecht of van onthecht, omdat ik het verschil niet zie tussen de grote weg, de kleine weg, de berm, het wildpad en het vrije veld, evenmin als het verschil tussen thuis en onderweg, aankomst en bestemming, dus wat zal ik me druk maken over de vraag hoe ik van mijn voorkeuren af kan komen, gesteld dat je ervan af kan komen, gesteld dat ze van mij zijn, gesteld dat er een ik is en aangenomen dat je zonder voorkeuren inderdaad minder moeite zou hebben op een of andere wel of niet denkbeeldige grote weg.
Ik heb geen voorkeur voor samsara of nirwana en ben aan geen van beide gehecht en van geen van beide onthecht, omdat ik geen idee heb wat het verschil is, als ze al niet identiek zijn, als ze al bestaan; en geen idee of ik me in samsara of in nirwana bevind, in beide of in geen van beide of nu eens in nirwana, dan weer in samsara, als dat al kan, gesteld dat ik me ergens bevind, gesteld dat ik ben.
Ik heb geen voorkeur voor keuzeloos gewaarzijn boven selectief gewaarzijn, keuzeloos blind zijn of selectief blind zijn, en ik ben niet gehecht aan of onthecht van… enzovoort, zoals ik ook niet ben gehecht aan of onthecht van gehechtheid of onthechting, omdat ik geen idee heb of we daar wel een keuze hebben en of er wel een ik is die kan kiezen et cetera ad infinitum.
Zalig zijn de armen van geest, ze hebben geen idee.