Het was al laat en een van de monniken zat nog steeds over zijn boeken gebogen. De meester zei: ‘Zie je het al?’ ‘Nog steeds niet.’ De meester deed het licht uit en vroeg: ‘Zo beter?’
Daarop riep de Monnik: ‘Wel heb ik ooit!’ ‘Wat?’ ‘Kunt u het licht nogmaals uitdoen?’ De meester haalde de schakelaar over, waardoor het licht weer aan ging.
Hij vroeg: ‘Wat heb je nu bereikt?’ ‘Niets’, zei de monnik perplex. ‘Zeker weten?’ ‘Zelfs niet niets.’ ‘Heb je het niet-bereiken bereikt?’ ‘Zelfs het niet-bereiken niet.’
‘Wat zou jij zeggen?’ vroeg de meester. ‘Nooit zal ik meer geloven in de woorden van de leraar.’ ‘Geloof je dat?’ ‘Nooit zal ik meer geloven in de woorden van de leerling.’ ‘Geloof je dat?’ ‘Natuurlijk niet.’ ‘Geloof je dát?’ ‘Natuurlijk niet.’
‘En je boeken?’ vroeg de meester. ‘Ik zou ze verbranden als ik dacht dat het wat uithaalde.’ ‘Dan weet ik het ook niet meer’, zei de meester. ‘Dan weet ik het ook niet meer’, zei de monnik. ‘Waak zacht.’ ‘Waak zacht.’
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.