Er was eens een rups die droomde dat hij een vlinder was die droomde dat hij een lezer was die droomde dat hij een tekst las van iemand die droomde dat hij commentaren schreef bij iemand die droomde dat hij een collectie had samengesteld van achtenveertig verhaaltjes van mensen die droomden dat ze leerlingen waren van mensen die droomden dat ze meester waren in de lijn van iemand die droomde dat hij een boeddha was en nooit had kunnen dromen wat er uit zijn naam allemaal gezegd, verzwegen, gedacht, geschreven, gedaan en nagelaten zou worden.
Geïnspireerd door een tekst uit de Zhuang Zi:
‘Op een dag droomde ik, Zhuang Zhou, dat ik een vlinder was, een vlinder die fladderend rondvloog, tevreden met zichzelf, en zich niet bewust dat hij mij was. Plotseling werd ik wakker en begon ik me er rekenschap van te geven dat ik nog altijd Zhou was. Nu is de vraag of ik Zhou ben die droomde dat hij een vlinder was, ofwel een vlinder die droomde dat hij mij was.’
Bron: Zhuang Zi; De volledige geschriften, vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper, Uitgeverij Augustus, Amsterdam – Antwerpen, 2007, hoofdstuk 2, paragraaf VII, p71.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.