(Tweede van twaalf dwaalteksten over geestelijke armoede.)
In hoofdstuk 5, vers 3 van zijn evangelie schrijft Mattheüs:
Zalig zijn de armen van geest, hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Wat betekent de uitdrukking ‘de armen van geest’? Daarover wordt nu al tweeduizend jaar geredetwist (1), maar dankzij hun armoe van geest niet door de armen van geest:
Zalig zijn de armen van geest, ze zoeken geen armoe van geest.
En wat is eigenlijk ‘het koninkrijk der hemelen’? Ook daarover wordt eindeloos gesteggeld (2), maar dankzij hun armoe van geest niet door de armen van geest:
Zalig zijn de armen van geest, ze zoeken geen koninkrijk der hemelen.
En wat moeten we ons voorstellen bij ‘zalig’? Ook daarover wordt nog altijd gebakkeleid (3), maar dankzij hun armoe van geest niet door de armen van geest:
Zalig zijn de armen van geest, ze zoeken geen zaligheid.
De armen van geest kennen geen zaligheid of onzaligheid, geen armoe van geest of rijkdom van geest, geen hemelen of hellen. Wat zouden ze dan waar moeten zoeken?
Zalig zijn de armen van geest, ze zoeken niet.
(1) ‘Arm van geest’ wordt onder meer uitgelegd als armlastig, nederig, vernederd, dom, geestelijk gehandicapt, geestelijk gestoord, naïef, vol vertrouwen en onwetend.
Zelf leg ik het uit als niet-wetend. Niet omdat ik geloof dat Mattheüs dat bedoelde, of Jezus, maar omdat ik geen idee heb wat Jezus bedoelde, of Mattheüs. Ik kan er dus net zo goed mijn eigen draai aan geven als jij de jouwe.
(2) In de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 lezen we ‘gelukkig’ in plaats van ‘zalig’; volgens critici een ongelukkige of zelfs onzalige keus omdat de nieuwe vertaling egocentrisch zou zijn in plaats van theocentrisch en de associatie met de Eeuwige mist, niet te verwarren met de Eeuwige Mist (4). Ik vraag me af of deze critici zelf de armoede van geest wel kennen, en de zaligheid of het geluk ervan.
(3) Aan het interpreteren van ‘het koninkrijk der hemelen’ zal nooit een einde komen, zelfs niet als juist het einde van het interpreteren het koninkrijk der hemelen zou zijn. Er gaat nu eenmaal niets boven je verbeelding, waarin je zelf de Schepper bent of verbeeldt te zijn.
Volgens sommigen is het koninkrijk der hemelen een heilsrijk op aarde zonder ongelovigen, dat Jezus gaat stichten na Zijn wederkomst. Volgens anderen is het een spiritueel rijk in de geest van de individuele gelovige.
Als kind leerde ik dat het koninkrijk der hemelen boven de aarde zweeft en alleen toegankelijk is voor overleden katholieken. Je eet er met gouden messen en vorken – ook de doden hebben noden – en je zit er met zijn allen dag en nacht aan de voeten van God, die wel reusachtig moeten zijn. Vroeger zei het me allemaal niets, nu begin ik hem onderhand wel te knijpen.
(4) De Eeuwige Mist is een metafoor voor de Wolk van Niet-Weten, of omgekeerd, dat moet ik toch eens uitzoeken.